Europees Parlementslid / Burgemeester
Kruimelpad
Rare jongens, die Russen
Elke zondag belicht ik een onderwerp dat me de voorbije week opviel…
Rare jongens, die Russen
“Zalig Pasen, bedankt voor de bloemen uit Nederland.” Tot 2004 klonken deze woorden ons vertrouwd in de oren, meermaals uitgesproken op het balkon van de Sint-Pietersbasiliek dat uitkijkt op het gelijknamige plein door Karel Jozef Wojtila, alias Paus Johannes Paulus II. Ik moet er steeds aan denken wanneer het Pasen is.
Eenmaal stond ik er zelf, op dat plein. Samen met een honderdtal Vlamingen van het Taal Aktie Komitee. Het was Kerstmis 1984. Mijn moeder was er ook bij. We hadden tientallen leeuwenvlaggen mee om de wereld te tonen dat we er waren. Aanleiding was het pausbezoek een half jaar later aan België en één van de laatste pogingen om de eis tot amnestie luid te laten klinken. Het was Erwin Brentjens van het TAK die de inspirator én de initiatiefnemer was. Duizenden handtekeningen werden verzameld, inclusief die van vele priesters, en aan de paus in Rome overhandigd. In twee afgehuurde treinwagons spoorden we in de kerstdagen naar Rome om onze eis op het Sint-Pietersplein kracht bij te zetten. Leeuwenvlaggen en een immense spandoek met het woord ‘amnestie’. Naar het schijnt was onze aanwezigheid de druppel om een algemeen vlaggenverbod op het plein af te kondigen dat nog steeds geldt. Rare jongens, die Romeinen, zou Obelix er aan toegevoegd hebben.
De acties kenden hun vervolg tijdens het pausbezoek in mei van het jaar daarop aan België en Nederland. In de Vlaamse steden die de paus aandeed, tekenden we present. Ik heb de befaamde pausmobiel, in het leven geroepen na de aanslag op de paus door Grijze Wolven activist Mehmet Ali Agca in 1981, een paar keer zien passeren die dagen. Hoe we bij de paus echter ook aandrongen. Een teken van steun naar vergeving - niet vergeten, laat dat duidelijk zijn - kwam er niet. Niet van de kerkelijke leider. Niet vanuit het aartsbisschoppelijk paleis. Niet van Laken. Niet van de hoogste Belgische gezagsdragers. Ik denk dat België één van de enige Europese landen is waar de bladzijde van de Tweede Wereldoorlog niet omgedraaid geraakt is. Spijtig.
Zevenendertig jaar later gaat de oorlog in Oekraïne crescendo door. Het nieuws, de versies daarvan en de duiding door de verschillende betrokken partijen gegeven, maakt er een waar kluwen van. Wat is waar? Wat is fake? Weinig wit-zwart. Veel grijs. Toch kan ik me niet van de indruk ontdoen dat de Russen het strafst zijn in het verzinnen van verhalen om niet alleen hun eigen zwakte te verbergen, dan wel de tegenstander dermate te diaboliseren dat de roep tot wraak bij de gewone Rus als muziek in de oren klinkt. Zo vernederende gevoelens opwekt waarbij elke maatregel tot vergelding gerechtvaardigd is. Ergo men z’n eigen bloed veil heeft ter ere van het vaderland. Zie hoe Russische media omgaan met het zinken van de 186 meter lange Moskva. Het vlaggenschip van de Russische Zwarte Zeevloot.
In mijn ogen kort samengevat het verhaal van de Moskva. Je valt een land binnen. Oekraïne. Zegt in eigen land dat het een ‘operatie’ tegen de nazi’s is die vanuit dat buurland een bedreiging vormen voor alle Russen. Het land dat je binnenvalt vecht terug en brengt je vlaggenschip tot zinken. In eigen land zeg je dat het een ongeluk is; een explosie van de munitiekamer vanwege een brand aan boord. Om vervolgens toch de totale oorlog te verklaren want je bent aangevallen. Alsof het bombarderen en moorden van burgers dat je aan het plegen was nog geen totale oorlog was. Ja, wat is het nu? Was het een ongeval? Of toch Oekraïense raketten? Rare jongens, die Russen.
Ze zijn daarbij niet aan hun proefstuk. Nadat het 466.000-koppige Grande Armée van Napoleon in 1812 de grens met Rusland overstak om in één beslissende veldslag de troepen van Tsaar Alexander I partij te geven, trok deze zich systematisch terug. Steeds verder en verder naar het Oosten. Daarbij alles vernietigend wat ze tegenkwamen om de achtervolgende Fransen, waaronder één van mijn voorvaderen, geen voedselvoorraden noch drinkbaar water te laten vinden. Na de slagen bij Smolensk en Borodino verscheen een verbouwereerde Napoleon op 14 september 1812 in een leeg, ontvlucht en verlaten Moskou. De enige achtergebleven Moskovieten hadden de opdracht de stad, eenmaal in Franse handen, in brand te steken. Moskou brandde als een toorts en het verhaal dat de Fransen de stad in brand hadden gestoken ging er bij de gevluchte en gedeprimeerde Russen als zoete koek in. Genoeg om hen tot wreedaardige achtervolgingen en vergeldingsacties te bewegen. Tot op de Champs Elysee in Parijs toe. Letterlijk.
Er zijn nog van die voorbeelden als het over branden gaat. Nero, bijvoorbeeld. Neen, niet de stripheld van Marc Sleen, maar de Romeinse keizer. Van hem werd verteld, enfin, zo leerde ik op school, dat hij Rome in brand liet steken om vervolgens de schuld in de schoenen van de Christenen te schuiven. Schoon alibi om hen vervolgens zonder verzet van de bevolking te vervolgen.
Of de brand van de Rijksdag in Berlijn in 1933 . De schuld werd toen in de schoenen van de voor 75% blinde, jonge Nederlander Marinus van der Lubbe geschoven. Onze Vlaamse Willem Elsschot schreef er een gedicht over: “Jongen, met je wankel hoofd. Aan den beul vooruit beloofd. Toen je daar je lot verbeidde. Stond ik wenend aan je zijde.”
Hem werd een communistisch etiket opgeplakt wat de weg vrijmaakte voor de SA om alle communisten op te pakken en fysiek uit te schakelen in concentratiekampen. Later volgden de anderen. Of zoals de Duitse theoloog Martin Niemöller schreef: “Toen de nazi’s de communisten arresteerden, heb ik gezwegen; ik was immers geen communist. Toen ze de sociaaldemocraten gevangenzetten, heb ik gezwegen; ik was immers geen sociaaldemocraat. Toen ze de vakbondsleden kwamen halen, heb ik niet geprotesteerd; ik was immers geen vakbondslid. Toen ze de Joden opsloten, heb ik niet geprotesteerd; ik was immers geen Jood. Toen ze mij kwamen halen was er niemand meer, die nog protesteren kon.”
Zwijg dus nooit voor het te laat is. Want zo doen verkeerde mensen het dus als ze macht hebben en macht ongebreideld willen uitbreiden. De juiste brand op de juiste plaats en het spel zit op de wagen. Van de week de Moskva. Negentig jaar terug Berlijn. Daarvoor Moskou en Rome. Weinig nieuws onder de zon, in al die treurigheid en ellende.
Maar om de hoop niet helemaal te verliezen: geniet van deze mooie zondag. Een zalige Pasen en straks een opnieuw beklijvende Parijs-Roubaix, met een kassei voor de winnaar. En bloemen natuurlijk. Wie weet, uit Nederland, voor een Vlaming. Tot volgende week.
Kris van Dijck
Dessel, 17 april 2022