Vorige week schreef ik over het debat dat me dinsdag te wachten zou staan in de Bibliotheek Solvay te Brussel, waar de uitdagingen, opportuniteiten en kansen voor de havens van Antwerpen-Brugge en Rotterdam op de agenda zouden staan. Het was het begin van een vijfdaagse die geheel in het teken van industrie en handel zou staan. Opnieuw werd ik verrast door de vele zaken die we hier in Vlaanderen en Europa kunnen, de innovatie en creativiteit die we aan de dag leggen maar ook steeds weer op dezelfde problemen dat we stuiten.
De Bibliotheek Solvay was de uitgelezen plek om het over de meerwaarde van onze havens en chemie-industrie te hebben. In het iconisch gebouw in het Leopoldpark, pal achter het Europees Parlement opgetrokken op initiatief van industrieel, chemicus en politicus Ernest Solvay, verzamelden vroeger wetenschappers van over de hele wereld. Grote namen als Einstein, Bohr en tal van andere Nobelprijswinnaars deelden er hun ervaringen en inzichten. Zovele jaren later is het aan ons om antwoorden te formuleren op de uitdagingen van deze tijd en met opengeest naar elkaar te luisteren.
Van de grote industrie op dinsdagavond en terwijl in Antwerpen per schip de kraker van Ineos binnengevaren werd, volgde woensdag een bezoek aan het distributiecentrum van Colruyt in Halle. Deze supermarktketen met o.a. een vestiging van Okay in Dessel dompelde ons onder in hun aanpak en manier van werken. Duizenden medewerkers die ervoor zorgen dat de juiste producten en op tijd vers in onze winkelrekken komen te liggen. Ook hier staaltjes van innovatie en verfijnde arbeidsprocessen om zo efficiënt en kostenbesparend mogelijk te werken om de prijs voor de klant te drukken.
Winkels die bevoorraad worden door één vrachtwagen waarbij alles vervoerd wordt. Geen diepvries-, koelwagens en anderen die achter elkaar diepgevroren, gekoelde en andere producten aanleveren. Neen, alles in één vracht waarbij met containers of karren op wieltjes van hetzelfde formaat gewerkt wordt waarbij het de kar is die ijskast of diepvries is. Karren op maat gemaakt zodat de vrachtwagen optimaal gevuld is. Na levering wordt vanuit de bewuste winkel ook alle afval of vervallen producten mee terug genomen om in Halle te recycleren. Geen lege transporten.
Anderzijds de moeilijkheden die ze ervaren met de grote merken die de klant in de winkel verwacht om correcte prijzen te bekomen. Cijfers toonden me aan dat daar de grote winsten liggen. Niet bij de handelaar. Niet bij de producent of landbouwer. Eigenlijk hebben wij zelf als klant in de winkel veel in de hand om bewust de juiste producten uit de rekken te halen...
Automatisatie en digitalisering spelen in deze distributiewereld ook een enorme rol. Verse producten die van producenten of veilingen aangeleverd worden vertrekken binnen de acht uur naar de winkels. Efficiëntie ten top.
Donderdag stond een bezoek aan Nyrstar Balen op het programma. De vroegere Vieille Montagne waar het toneelstuk Groenten uit Balen zich begin jaren zeventig afspeelde. Deze zinkfabriek, met ook nog een vestiging in Pelt, heeft doorheen de jaren een hele transitie doorgemaakt waarbij de vervuilende uitstoot naar de omgeving en het opruimen van die vervuiling aangepakt werd.
Door middel van elektrolyse wordt zinkmetaal uit de vooraf gezuiverde zinksulfaatoplossing gewonnen. In deze oplossing wordt een kathode van aluminium en een anode van lood aangebracht. Door hier een elektrische stroom door te jagen, slaat het zink op de kathode neer waarvan het nadien afgehaald wordt. Hiervoor heb je stroom, heel veel stroom nodig. 1,5% van het totale elektriciteitsverbruik van België! Het eigen zonnepark met 303.000 panelen en 100 MWpiek is goed voor slechts 8% van wat nodig is. Daarnaast een resem van 24 zeecontainers vol met batterijen van 25 MW waarmee men 4 uur autonoom zou kunnen werken en die geladen worden als de stroom het goedkoopst is.
Gisteren stond de deelname aan een debat over de innovatie van de recreatieve botenbouw in Düsseldorf op de agenda. Dit tijdens de opening van de jaarlijkse immense watersportbeurs aldaar in de Messehallen. Goed voorbereid door mijn medewerkers, zoals altijd trouwens, en met een paar uur studie geraakt een mens zo van alle markten thuis. Ik ging er in debat met ondernemers, waterwegbeheerders, de toeristische sector en een medewerker van de Europese commissie.
Wat mij bij al die bedrijven en ondernemingen opvalt is de gedrevenheid en liefde voor hun job. Fier op wat ze doen en hoe ze het doen. Bereid om inspanningen te leveren, te verduurzamen, te vergroenen en het steeds beter en efficiënter te doen. Maar ook de uitdagingen die ze tegenkomen op hun pad en het beleid dat het hen niet altijd gemakkelijk maakt. De vragen naar ons politici zijn dan ook niet niks. Telkens keren we met huiswerk naar huis. Het gaat over de energieprijs, de regel- en rapporteringsdruk, inclusief regels die elkaar tegenspreken, het ongelijk speelveld in Europa ondanks de eengemaakte markt en tenslotte de moeilijkheid en onzekerheid om vergunningen te bekomen.
Daarom ook de titel boven deze column. ‘We kunnen veel; als we willen...’ En dat willen slaat op ondernemers en beleid. Op werkgevers en werknemers. Daarom, en dat was zeker gisteren in het debat in Düsseldorf, mijn kernboodschap: laat ons de handen in elkaar slaan, als bondgenoten, elkaar helpen en bijstaan. De uitdagingen voor het heden en de toekomst zijn te cruciaal. Fijne zondag nog. Aah ja, en deze namiddag trakteren we met smoutebollen op de markt in Dessel. Tot straks?
Dessel, 19 januari 2025
Kris van Dijck