Europees Parlementslid / Burgemeester
Kruimelpad
De afgunstmaatschappij
Elke zondag belicht ik een onderwerp dat me de voorbije week opviel…
De afgunstmaatschappij
Het is weer feest in Dessel. Geen gewoon feest maar het jaarlijks ritueel: Witgoor kermis. Witgoor is een deel van Dessel. Een belangrijk deel van Dessel. Heel het oostelijk deel vanaf de ‘Gracht’. Ontstaan als kapelanie met een eigen kerk in 1932 werd het een zelfstandige parochie in 1958. Met naast die kerk een eigen basisschool, een eigen voetbalclub, een eigen verenigingsleven voor jong en oud dat bruist als nergens anders en natuurlijk een eigen ziel. Een eigen identiteit. Met eigen kleuren: geel en groen. Mooi toch. Zeker als het Witgoor kermis is. Midden juli. Dan staat het dorp op z’n kop, vier dagen lang. Iedereen moet er bij zijn. Neemt er vakantie voor. En de echten beginnen er donderdagavond al aan.
Het is in die kleine gemeenschappen waar verbondenheid heerst dat het nog leuk vertoeven is. Jawel, ook daar achterklap, roddel en eens een ruzie. Maar zeker ook vriendschap en er-staan-voor-elkaar. Betrokkenheid! Waarom ik daarmee mijn column open? Om tegengewicht te geven tegen het ongemakkelijk gevoel dat ik heb bij de wijze waarop onze samenleving evolueert. Je moet natuurlijk positief in het leven staan, maar het wordt steeds moeilijker.
De titel boven deze column: ‘de afgunstmaatschappij’ heb ik niet voor niks gekozen. Het onbehagen vindt overal z’n weg. De eigen situatie wordt steeds geprojecteerd op dat van een ander en die ander heeft het altijd beter, verdient meer, krijgt meer, wordt bevoordeligd, heeft een beter statuut, enzovoort. Tevreden zijn is een term die dreigt te verdwijnen. Zoals een burgemeester mij eens vertelde over de man die vond dat hij in tegenstelling tot zijn oud-collega te weinig pensioen kreeg. De aangesproken burgemeester liet het pensioen van de reclamant nakijken om tot het besluit te komen dat zijn pensioen wel degelijk correct was. Waarop de betrokkene vroeg: "als ik niet meer kan krijgen, kan je dan zorgen dat mijn oud-collega minder krijgt?" Het verhaal is me altijd bijgebleven en bewijst ten voeten uit wat ik bedoel.
Die afgunst vindt ook haar weg in de politiek. Niet alleen politici onder elkaar, maar meer nog in wat de burger van de politiek verwacht. De overheid, en dus de politiek, moet voor alles een oplossing aanreiken. Moet alles kunnen oplossen. Liever nog, moet alle problemen voor zijn. Neen, de politiek kan niet alles oplossen. Heeft niet op alles een pasklaar antwoord. Kan niet van ons dorp of land een Disneyworld maken waar iedereen als een Alice in wonderland kan rondhuppelen. Die verwachting wordt echter steevast geschapen. Door de media. Ook door politici. Door onverantwoorde politici als je het mij vraagt. Het is een gevaarlijk pad dat zo bewandeld wordt.
Kijk naar ‘gidsland’ Nederland. Ik was er voor een paar weken. Nederlanders zijn sowieso niet zo befaamd om hun fijnzinnigheid maar toch. Ik hoorde er het verhaal van een kandidate voor de gemeenteraad die fysiek bedreigd werd omdat ze kandidaat was. Ze had nog niks gedaan. Nog niks beslist. Gewoon omdat ze kandidaat was. Het land waar politici nu met bosjes afhaken. O.a. omdat ze met de dood bedreigd worden en het gezin het niet meer aan kan zoals Sigrid Kaag, D66, 61 jaar. Maar ook Mark Rutte, VVD, 56 jaar, Gert-Jan Segers, Christen Unie, 54 jaar, Carola Schouten, Christen Unie, 45 jaar en Wopka Hoestra, CDA, 47 jaar houden het voor bekeken. Ook in ons land haken politici af. Niet de minste. Niet de ‘slechtste’. Collega’s die ik node zie vertrekken. Elk van hen waarschijnlijk wel met zijn of haar eigen reden. Al hoor ik ook steeds bij hen het onbehagen van hoe de samenleving naar de politiek en de politicus kijkt. Ja, ik vind dat een kwalijke en gevaarlijke evolutie.
Volgend jaar vinden op vier maanden tijd twee verkiezingszondagen plaats. In juni Vlaams, federaal en Europees. In oktober gemeente en provincie. Voor mij de zeventiende en achttiende keer als kandidaat campagne voeren. Dat kan al tellen. Eenmaal deze vakantie voorbij zal er achter de schermen, voor zover dat nu al niet bezig is, naarstig gewerkt worden. Programma’s krijgen dan vorm en politiek personeel wordt aangezocht. Duizenden burgers zullen gevraagd worden om kandidaat te zijn. Velen in de wetenschap dat ze toch niet verkozen zullen geraken maar toch hun steun verlenen. Hun nek uitsteken. Het zal weer een hels jaar worden. Hels, maar nodig.
In de eerste plaats zal het zaak zijn de mensen te overtuigen van het nut én de noodzaak van deze verkiezingen. In juni om bakens te verzetten en dit land op de rails te krijgen. Voor ons, N-VA, is er maar één weg om dat te bereiken. Dat is het confederaal model waarbij Vlaanderen op een maximale wijze haar lot en toekomst in eigen handen kan nemen. Om dat te bewerkstelligen moeten we in polepositie geraken. Onze overtuigingskracht en geloofwaardigheid zal het moeten doen. Geen luchtkastelen of fata morgana’s die sommigen in de markt zetten. Dat leidt finaal alleen maar naar bedrog en nog meer afgunst. Op gemeentelijk vlak is het zaak het doordacht beleid verder te zetten en daarvoor een zo breed mogelijk draagvlak te vinden. Veel is al gebeurd. Veel zit nog in de pijplijn. IJverig verder werken is daar de boodschap.
Laat me besluiten met wat ik nooit zal vergeten als ik aan afgunst en politiek denk. In 1995 werd ik voor de eerste maal verkozen in het Vlaams Parlement en mocht ik felicitaties ontvangen van dokter Marc Blancquaert. Enkele maanden voordien nam ik hem het burgemeesterschap af nadat ik zes jaar schepen bij hem was geweest. Dat hij mij feliciteerde en de hand gaf, verraste me. Mijn verbazing ziende zei hij: “mijn moeder heeft mij geleerd ook een ander te gunnen dat het licht van de zon in zijn vijver schijnt.” Laat het een les zijn voor ons allen: gun een ander zijn geluk. Een fijne zondag nog; zeker ook op Witgoor kermis.
Kris van Dijck
Dessel, 16 juli 2023