Europees Parlementslid / Burgemeester
Kruimelpad
De week van extremen
Elke zondag belicht ik een onderwerp dat me de voorbije week opviel…
De week van extremen
Nu ik me veel later dan normaal aan mijn schrijftafel zet, is de verzengende hitte van de voorbije dagen verdwenen, is de temperatuur op de schaal van Celsius meer dan gehalveerd en vallen er malse regendruppels uit de grijze lucht. Die natuurlijke verfrissing zal onze tienduizenden kampeerders en duizenden medewerkers op Graspop Metal Meeting wel bevallen. Ja, de voorbije dagen waren me weer wat. Eindelijk konden we 35 jaar Graspop en 25 jaar Metal Meeting vieren. Zowel de organisatoren als alle betrokken overheden en hulpdiensten haalden het onderste uit de kan om ook van deze editie een knaleditie te maken. Graspop is niet alleen loeiharde muziek, het is ook veel gezelligheid en uitbundigheid met weinig of geen baldadigheden. Waar overwegend zwart de kledingkleur is, zijn het de haarkleuren en de ontelbare tattoos die voor de schakeringen zorgen. En niettegenstaande de verzengende hitte, met gevoelstemperaturen op het terrein van tegen de 50 graden, blijven de mensen hun vertrouwde outfit dragen, indien nodig inclusief lange jassen en millimeters maquillage op het aangezicht. Je ziet er werkelijk alles.
Dit festival is een andere wereld, en ik kon die andere wereld deze week wel gebruiken. Ja, voor mij als burgemeester is het altijd een beetje spanning… Loopt het goed, des te beter. Loopt er iets fout, dan weet ik waar de journalistiek zich toe wendt… Zo gaat dat nu eenmaal. En gelukkig is dat nog niet echt het geval geweest. Trouwens, van die 35 edities was ik 20 keer burgemeester. Dat kan al tellen. Maar neen, er zat weer zoveel demotiverend in de voorbije periode dat Graspop een verademing is. Daarom de titel boven dit artikel: “de week van extremen”. Een greep hieruit:
Donderdag vernietigde het Grondwettelijk Hof de eindtermen voor de tweede en derde graad van het secundair onderwijs. Eindtermen bepalen wat de leerlingen uiteindelijk minimaal moeten kunnen. Langs alle kanten van de samenleving komen de signalen, en gestaafd door internationaal vergelijkend onderzoek, dat de kwaliteit van ons onderwijs zienderogen en verontrustend daalt. Wat gebeurt er dan? Er wordt met verwijtende ogen naar de overheid gekeken met de dwingende boodschap: “minister, doe hier iets aan.”
En ja, minister en parlement gingen aan de slag. Gingen niet zelf de eindtermen bepalen maar lieten dat gebeuren door de onderwijsverstrekkers, lees de koepels, zelf en leerkrachten, om vervolgens in het parlement zonder één tegenstem goedgekeurd te worden.
Daarop volgt het onwaarschijnlijke. De grootste onderwijsverstrekker, Katholiek Onderwijs Vlaanderen, dat mee aan tafel zat om de eindtermen uit te werken en toch mee verantwoordelijk is voor de kwaliteitsdaling, trekt naar het Grondwettelijk Hof om de vernietiging te vragen met als argument dat haar onderwijsvrijheid en onderwijsproject niet langer tot haar recht komt. Nu het Hof haar oordeel velde en de vernietiging uitsprak hoor ik collega parlementsleden van CD&V, die de eindtermen goedkeurden, bijgetreden door de bisschop, hun vreugde uitroepen dat de staatspedagogie eindelijk een halt toegeroepen wordt. Ja, een proces, op gang gezet door een CD&V minister leidde tot staatspedagogie. Van tjeverij gesproken. Is het dat wat zich rechtstreeks in de peilingen vertaalt?
Maar eerlijk. Wat is er nu staatspedagogisch aan wanneer een overheid de bal in het kamp van de betrokken samenleving legt om haar te laten bepalen wat onze jongeren moeten kunnen om verantwoorde, capabele jongvolwassenen te worden? Wat is daar mis mee? Wat is daar mis mee wanneer diezelfde overheid al die leerkrachten, ongeacht het schoolbestuur op een zelfde evenwaardige wijze verloont? Wat is daar mis mee wanneer die vrije onderwijsverstrekkers gul vergoed worden om hun onderwijsvrijheid uit te oefenen?
Dan daartegen in verzet gaan is een mes in de rug steken van hen die eerst opgeroepen werden aan de kwaliteit te werken. Je moet maar durven.
Van een gelijkaardige orde het stikstofakkoord. Er is al veel over gezegd en geschreven. Je moet niet verder kijken dan naar onze noorderburen om te beseffen dat nu niet handelen nefast is voor landbouw en economie. Vorige ministers én de sector hebben het dossier laten rotten tot het echt begon te stinken in de vorm van een arrest waarbij een vergunning geschorst werd omwille van stikstof dat minister Zuhal Demir met de rug tegen de muur plaatste. Zij stak haar hoofd niet in het zand of wendde haar blik niet af, wat haar voorgangers wel deden, en ging aan de slag om het tij te keren: het stikstofbad langzaam laten leeglopen om vervolgens de toekomst veilig te stellen voor landbouw en economie. Voor ons dus. Dat is het uitgangspunt. Moedig en noodzakelijk. Gevolg: fysieke bedreigingen van landbouwers, mee opgejut door organisaties die zeer goed weten hoe en waar de klepel hangt die tot politiebewaking van de minister leiden. Een stikstofakkoord, afgesproken in een collegiaal college, wat de Vlaamse regering is, waarbij twee van de drie partners finaal het sfeertje mee gaan opstoken. Goed bezig. Opnieuw de peilingen misschien?
Op lokaal vlak moet ik ook soms opbotsen tegen opstoten van demotivatie. Probeer maar eens werken aan het openbaar domein uit te voeren waarbij ecologie of verkeersleefbaarheid het uitgangspunt zijn. Dat kan gaan over gescheiden rioleringsstelsels om ons waterhuishouden op orde te houden, of bomen te planten die in de zomer voor verkoeling kunnen zorgen, of bredere fiets- en voetpaden aan te leggen… Steevast stoot je op: niet bij mij. Een mens dreigt daar inderdaad moe van te worden en zich af te vragen waarom zou ik die investeringen eigenlijk nog doen? Is het die lijdensweg allemaal wel waard? Is het dan nooit goed?
Wanneer je dat aanklaagt dreig je vergeleken te worden met een Calimero. Tja, op die manier kan je ieder de mond snoeren. Als mandataris van de grootste partij van Dessel, Vlaanderen en België voel ik me echt geen Calimero. Ik vind het wel mijn plicht huichelarij aan te klagen en op te roepen het algemeen belang te dienen. Punt.
En dus, beste lezer, zorg ik straks terug voor mijn mentaal evenwicht wanneer ik met tienduizenden de festival weide betreed. Tienduizenden uit 102 verschillende landen. Ja, de nationaliteiten zijn geteld. En zoals gisteren de zanger van Five Finger Death Punch de hele weide uitnodigde om de persoon links van je en de persoon rechts van je de hand te drukken want zo zei hij: “we are one.” Fijne zondag nog.
Kris van Dijck
Dessel, 19 juni 2022