Europees Parlementslid / Burgemeester
Kruimelpad
Is nationalisme een bedreiging?
Aftredend president Barack Obama bezocht op zijn afscheidstournee de Acropolis in Athene. Hij had er een boodschap voor de wereld. Op de plaats waar de democratie haar wortels heeft, waarschuwde hij voor nationalisme en protectionisme. Over welk nationalisme heeft hij het dan? Want wat hoorde ik hem een week eerder verkondigen toen de stemmen bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen geteld waren? Hij riep op tot samenhorigheid onder alle Amerikanen. Om de rangen te sluiten. Het luidde als volgt, in zijn gekende pathetische stijl: “Er zijn republikeinen. Er zijn democraten. En er zijn onafhankelijken. Maar bovenal zijn we allemaal patriotten.” Ja, ik hoorde het goed. Alle Amerikanen zijn patriotten. En wat zijn patriotten? Zij die vol toewijding hun land en de belangen van dat land liefhebben, steunen en verdedigen. Waarvoor waarschuwt de Amerikaanse president dan eigenlijk? De Amerikanen mogen patriottistisch, nationalistisch zijn, maar de rest van de wereld niet dan? Is waarschuwen voor nationalisme dan niet zeer gratuit?
Nationalisme kent inderdaad zeer fundamentalistische, bloedige, mensonterende en uitsluitende invullingen. De voorbije eeuwen kleurden er bloedrood door. En het begin van de eenentwintigste eeuw doet ons niet direct in veel beterschap geloven. Maar als overtuigde volks-nationalist bloedt mijn hart als men die gruwelijkheden altijd met die term nationalisme omschrijft. Want nationalisme heeft voor mij een andere invulling.
Een gezond nationalisme, en daarin herken ik het patriottisme van Obama, is een samenhorigheidsgegeven. Mensen die in een gemeenschappelijke ruimte over hun lot beslissen. Dat speelt zich af op lokaal niveau in onze dorpen en steden. Dat speelt zich af op het niveau waar naties gestalte krijgen. In een land waar burgers zich als patriotten opstellen, worden de belangen van de integrale gemeenschap voorop gesteld. En met die integrale gemeenschap bedoel ik dat we ook stoppen met een onderscheid te maken op basis van afkomst of etnisch-culturele kenmerken. Stoppen met analyses, in het geval van de Amerikaanse verkiezingen, om te gaan spitten in hoe de latino’s, blanken, zwarten, enz. stemden. Allemaal patriotten, neen? Iedereen binnen de natie telt mee en moet zich ook engageren om samen die gemeenschap te vormen. Het wij-zij-denken eindelijk voorbij. Het is pas in die hechte gemeenschap dat mensen vertrouwen kunnen putten. Dat men ten volle tot ontplooiing kan komen en aan de toekomst kan timmeren.
Die integrale gemeenschap, die natie, dient zich ook respectvol op te stellen naar andere naties toe. Het opkomen voor je eigen belangen betekent ook dat je dat van anderen erkent en respecteert. Hen die volle autonomie gunt en er mee kan omgaan.
Terugkerend naar het patriotisme van Obama wil ik dan ook een oproep doen naar dat soort van nationalisme. Zeker hier bij ons in Vlaanderen. Al te veel nemen wij onze eigen natie niet ernstig. We zijn soms beschaamd om te zijn wie en wat we zijn. Laat staan dat we enige fierheid aan de dag leggen. En laat ons eerlijk zijn; als je zelf geen fierheid aan de dag legt, hoe kan je dan respect afdwingen van anderen? Bovendien associëren we ons als individu veel te weinig met onze gemeenschap. Als we belastingen moeten betalen zien we dat zelden of nooit als een bijdrage aan wat ons allen ten goede komt: onderwijs, gezondheidszorg, infrastructuur,… dan wel als een straf ons opgelegd waar we ons liefst zo veel mogelijk aan onttrekken.
Nationalisme en patriottisme is dan ook het opnemen van verantwoordelijkheden. Voor jezelf, voor de groep, de gemeenschap. In die optiek is nationalisme geen bedreiging maar een zege.
Kris Van Dijck