Europees Parlementslid / Burgemeester
Kruimelpad
Keer naar uw dorp
Elke zondag belicht ik een onderwerp dat me de voorbije week opviel…
Keer naar uw dorp
In een democratie mag je protesteren. Je mag dat niet alleen. Het is een basisrecht. Zo ook het recht om te protesteren tegen hen die protesteren. Dat is onze vrijheid. Een vrijheid die we moeten koesteren. En die we moeten verdedigen. Want niks is zo fragiel en kwetsbaar dan rechten en vrijheden.
Vrijheden worden ook soms beknot of teruggeschroefd met het argument - of moet ik schrijven alibi - om de vrijheid te beschermen. Raar, maar het gebeurt. Steeds meer. Vrijheid geven aan hen die denken zoals jij zelf denkt is gemakkelijk. Vrijheid geven aan hen die anders denken is van een andere orde. Ik moet dan vaak aan Louis de Potter denken, één van de morele vaders van de Belgische revolutie, een revolutie die ik geen warm hart toedraag, maar de Potter had wel gelijk. In 1829 al:
“We zijn pas vrij als we onze tegenstrevers helpen om hun rechten te vrijwaren. Dat is de enige weg naar echte vrijheid. Als de vrijheid alleen voor onszelf geldt, dan is het geen vrijheid, maar privilege. Slechts de keerzijde van onderdrukking en zal ze een eindeloze kettingreactie van geweld en vervolging uitlokken.” Het terreurbewind van Robespierre in Frankrijk, waarbij tienduizenden onder de guillotine belandden, zat nog in het collectieve geheugen. Misschien moeten de echte Belgicisten daar ook eens aan denken, want dat lijken ze vergeten te zijn.
Protesteren is dus een recht. En protesteren tegen hen die protesteren is dat ook. En om het dan helemaal rond te maken is het protesteren tegen hen die protesteren tegen hen die protesteren, zonder de verdediging van die eersten op te nemen, ook een recht. En op dat recht beroep ik mij nu. Kan je nog volgen?
Ik verklaar me nader. Ik ben geen Vlaams Belanger. Zelfs op het diepste punt waarin mijn partij, de N-VA, zich bevond in het voorjaar van 2004 toen we in de kiesstrijd van 2003 enkel in West-Vlaanderen de kiesdrempel van 5% haalden, bezweek ik niet voor de lokroep van die partij. En die lokroep was er. Niet alleen voor mij trouwens. Sommigen bezweken. Velen ook niet. Zij allen verdienen mijn respect. Om maar te zeggen dat ik niks met die partij heb. Maar…
Vorige week betoogde het Vlaams Belang in Brussel. Dat is haar recht. Wel vreemd dat ze eerst haar recht voor een rechtbank moesten afdwingen. Dat vervolgens Vlaamse leeuwenvlaggen op politiebevel moesten weggeborgen worden vanwege hun zogenaamd provocatief karakter vind ik al meer dan twee bruggen te ver. Een officieel erkend symbool dat in eigen land provocatief is? En moet weggestoken worden? Zoals op Pukkelpop voor een paar jaar. Ongelofelijk. Welk volk ter wereld laat zich zo kastijden? Wie doet het haar na?
Dat er protest kwam tegen deze Vlaams Belang manifestatie mag ook. Maar toen kwam het. Brussels minister Sven Gatz, vorige eeuw nog VU’er, kwam met de boodschap: “keer naar uw dorp.” En daar raakt hij voor mij een zeer gevoelige snaar. Op tweeërlei wijzen.
De slogan “keer naar uw dorp” werd door de Franstalige bourgeoisie bovengehaald in 1961 en 1962 toen tienduizenden Vlamingen, van verschillende politieke gezindheden, door de Belgische hoofdstad trokken in de befaamde Vlaamse Marsen. Marsen om rechten voor de Vlamingen, de meerderheid trouwens in dit land, te eisen. De jeugd van nu weet het niet meer - minister Gatz is het ook vergeten? - dat de Vlaming lang een tweederangsburger was in dit land. Wilde je in dit land vooruit dan was het verloochenen van je afkomst en taal een voorwaarde. Onderwijs, ambtenarij, justitie, leger,…: Frans. Zo is de van oudsher Brabantse, Nederlandstalige stad Brussel ook verfranst geraakt. “La Belgique sera Latine ou ne sera pas.” “België zal Latijns zijn of zal niet zijn.” Een project dat dan ook grandioos mislukt is.
De foto die ik bij deze column plaats is van mijn “dorpsgenoot” Hugo Minnen. Hij studeerde fotografie aan Sint-Lucas en maakte als Vlaams geëngageerde student een fotoreportage van de tweede Mars op Brussel in 1962. Hugo werd een gerenommeerd fotograaf die ook zijn eigen kunstgalerijen had in Dessel en op het Zuid in Antwerpen.
Dat Sven Gatz die slogan als “Vlaams” Brussels minister gebruikt vind ik ook om een tweede reden ongepast en vernederend. Hij kwetst daarbij niet de Belanger. Wel schoffeert hij de dorpsbewoner. Ik ben dat beu. Zeker als je weet dat de meeste van die Belangers NIET uit de dorpen komen. Ze komen in grote mate uit onze steden. De grotere agglomeraties. Daar waar de afstand tussen de politiek en de mensen, het beleid en de bevolking het grootst is.
Neen, Sven. Uw boodschap is op alle vlakken ongepast. Je affronteert ook mij. En ik vind dat spijtig. Want weet je, ik schrijf dit nu vanuit een echt dorp. Een pak kleiner dan Dessel en niet in Vlaanderen. Maar wel met iets gemeenschappelijks; ook hier zijn de mensen buitengewoon vriendelijk. Prettige zondag nog aan alle stads- en dorpsbewoners. Voor mij geen onderscheid.
Kris van Dijck
Somme-Leuze, 4 juni 2023