Europees Parlementslid / Burgemeester
Kruimelpad
Laboe - Zierikzee
Elke zondag belicht ik een onderwerp dat me de voorbije week opviel…
Laboe - Zierikzee
Laboe? Nooit van gehoord. Ik toch niet. Het is een kleine gemeente ten noordoosten van de Duitse stad Kiel in Sleeswijk-Holstein aan de Oostzee. Daar lag een goede vriend van mij met zijn zeiljacht en de afspraak was dat ik met zijn auto tot daar kwam, vorige week zaterdag dus, zijn vrouw en hond van daar met de auto naar huis konden, en ik met hem de terugreis zou aanvatten doorheen de Duitse Bocht richting Willemstad aan de Haringvliet in Noord-Brabant, Nederland. Zij waren al vijf weken op zeilreis langsheen Denemarken en Zweden.
Vorige week zondag schreef ik mijn column vlak voor de sluis van het Kielerkanaal. Dit 97 kilometer lange kanaal doorkruist Sleeswijk-Holstein en verbindt de Noord- met de Oostzee waardoor het niet nodig is helemaal om Denemarken heen te varen. Het kanaal werd eind 18de eeuw gegraven. Vlak voor de Eerste Wereldoorlog werd het kanaal enorm verbreed en uitgediept om oorlogsschepen te kunnen laten passeren. De Kaiserliche Marine was immers in een wapenwedloop verwikkeld met de Britse Royal Navy waarbij de nieuwe, grotere Dreadnoughts (een type slagschip) ingezet werden die niet in het kanaal pasten. Om toch niet steeds om Denemarken heen te moeten en een zeker voordeel te hebben werd voor de verdieping en verbreding gekozen. Toeval of niet maar het kanaal was af in 1914. Net op tijd zou een slecht karakter denken. En wat die wedloop betreft weten we ook tot wat die leidde; tot tweemaal toe werd het onderspit gedolven.
In dat Kielerkanaal kenden we echter een eerste, maar gelukkig ook laatste, pech. Na twee derde vlot gevaren te hebben, op motor wel te verstaan want zeilen is er ten strengste verboden, begonnen de baterijen op te lopen van de gebruikelijke 12 volt tot zelfs 16 volt. De alternator die de batterijen laadt was stuk en diende dus onmiddellijk afgekoppeld te worden. Aangezien we ook een generator aan boord hadden om de batterijen te laden leek het ons snel opgelost. Dat afkoppelen lukte evenwel niet. Dan de distributieriem maar verwijderen die de alternator aandrijft, dachten we. Zo gezegd zo gedaan maar dat was buiten de waard gerekend wanneer bleek dat die distributieriem ook de pomp aandrijft van het circuit dat de motor koelt. De temperatuur ging met rasse schreden de hoogte in. Dus motor af! Daar lagen we. Te dobberen tot we vast liepen tegen de oever. Met de boordradio werd de controlepost in Brunsbüttel gealarmeerd om ons tot de dichtstbijzijnde aanlegplaats te laten slepen.
Enkele ogenblikken later verscheen bij toeval een Nederlandse tjalk van wie de kapitein ons een sleep aanbood tot in Brunsbüttel, 30 kilometer verder. Dat konden we niet afslaan met de belofte van onzentwege om hen bij aankomst op een verdiende pint te trakteren. Tijdens de sleep lukten we er in de alternator toch los te koppelen en de distributieriem te herstellen waardoor we alsnog op eigen kracht verder konden met de tjalk net achter ons om bij eventuele herhaling opnieuw op sleep te gaan wat niet nodig bleek. In Brunsbüttel dronken we allemaal samen een biertje terwijl ook voormalig burgemeester Stefan Mohrdiek, die ik ken van GMF (European Group of Municipalities with nuclear Facilities), ons vervoegde.
De eindbestemming die normaal Willemstad was, werd omwille van de problemen met de alternator gewijzigd naar Zierikzee waar de scheepshersteller gevestigd is.
Vanaf dag twee zou het echte werk beginnen en moesten we ons laten leiden door het weerbericht en de getijden. Zee- en getijdestromingen, gecombineerd met winden, hun richting en hun kracht, kunnen de zee verraderlijk gevaarlijk maken. Dat geldt al in de monding van de Elbe, even verder de zogenaamde Duitse Bocht en de ganse zone ten noorden van de Duitse en Nederlandse Waddeneilanden. Het maakte dat we op dag twee enkel de Elbe afvoeren tot Cuxhaven. Als het weer tegenzit kan het zijn dat je dagen vastzit in deze Noord-Duitse haven. Dat was niet het geval en dag drie ving dan ook aan om half zes in de ochtend met de bedoeling de avond nadien 204 zeemijl verder in IJmuiden bij Amsterdam aan te meren. Ja, de kilometers van het Kielerkanaal waren ondertussen zeemijl geworden.
Eén zeemijl is 1.852 meter en de snelheid van de boot wordt uitgedrukt in knopen zijnde het aantal zeemijl dat in een uur afgelegd wordt. De getijden spelen daarin een belangrijke rol. Tegen de stroming in kan het goed zijn dat je nauwelijks boven de 3 knopen geraakt en met het tij mee haal je tot 8 knopen. Een wereld van verschil waar je geen vat op hebt.
Dat mochten we net voor valavond ervaren wanneer de wind opstak en botste tegen het getijde water dat de andere richting uitstroomde. Het spel van de golven maakte van onze boot een deinend speeltje waarna een adembenemende zonsondergang volgde.
Een goede 21 uur later voeren we om 18u IJmuiden binnen. 36,5 uur op de boot tegen een gemiddelde van 5,6 knopen en het zwaarste deel van de reis achter de rug.
Het laatste stuk tot het pittoreske Zierikzee in Schouwen-Duiveland aan de Oosterschelde overbrugden we in twee dagen met een overnachting in de jachthaven van Scheveningen. Eenmaal de Roompotsluis op Neeltje Jans gepasseerd lieten we de Noordzee achter ons.
Sowieso een unieke ervaring rijker waarbij ik heel wat nieuwigheden leerde over het spel van wind en golven. Van voorzienigheid en aanpassen aan de omstandigheden om je doel te bereiken en de grootste gevaren te vermijden. En is het dat niet dat het leven is? Even om bij stil te staan, toch. Fijne zondag allemaal.
Kris van Dijck
Dessel, 27 augustus 2023