
Op deze sportieve hoogdag, met Vlaanderens Mooiste die dit jaar in Brugge vertrekt en de nummers een en twee van de Jupiler Pro League die straks beiden op verplaatsing aan de bak moeten, kan ik toch niet voorbij aan de harde realiteit. Bezoek bedrijven en fabrieken in de maak- of energie-intensieve industrie, spreek met CEO’s of andere leden van het management; de boodschap is overduidelijk en overal dezelfde: we redden het zo niet verder. En die noodkreet klinkt in heel Europa. Met dat gegeven in mijn achterhoofd nam ik woensdag deel aan het debat in Straatsburg. Omdat ik veel meer wilde zeggen dan de één minuut spreektijd die me toegemeten werd, deze column.
Vooreerst de analyse. Hoge energieprijzen, complexe regelgevingen, rapporteringsverplichtingen en de stijgende CO2-kosten omwille van de ETS-regeling (Emissie Trade System waarbij CO2-uitstootrechten kunnen worden gekocht en verhandeld) maken dat onze energie-intensieve industrie de wereldwijde concurrentie niet meer aankan. Op die ETS kom ik straks terug. De door de VS op poten gezette handelsoorlog met domme en op termijn nefaste handelstarieven maken het allemaal nog een stuk erger.
Voor tien jaar voerden we nog 15 miljoen ton in Europa gefabriceerd staal uit. Nu voeren we 10 miljoen ton in. Vaak gefabriceerd op een veel minder milieuvriendelijke wijze om nog niet over de werkomstandigheden van de arbeiders te spreken.
In heel Europa worden investeringen on hold gezet of gewoon geschrapt en verhuizen naar andere continenten. Als je het allemaal aanhoort, niet bepaald om vrolijk van te worden. Ofwel kijken we er naar en laten betijen, of we handelen. Ik kies voor dat laatste.
Het was in Antwerpen dat vorig jaar in februari 73 CEO’s uit 17 sectoren met de Antwerp Declaration de kat de bel aanbonden. Commissievoorzitter Von der Leyen viel van haar groene wolk toen ze geconfronteerd werd met de staat van onze industrie na de versmachtende politiek van Frans Timmermans en zijn acolieten. Klimaat en milieu zijn enorm belangrijk, maar Europa alleen zal echt de wereld niet redden en toch zeker niet door steeds in eigen voet te schieten. Meer dan 1.300 organisaties uit 25 sectoren sloten zich nadien bij deze wake-up call aan.
De boodschap werd opgepikt en in februari van dit jaar volgde in datzelfde Antwerpen door de Europese Commissie de voorstelling van de Clean Industrial Deal om de Europese industrie te versterken en de koopkracht van de burgers te beschermen wat ik alleen maar kan toejuichen.
Woensdag debatteerden we dan over het standpunt van de commissie met betrekking tot de energie-intensieve industrie. Ik kon een ontgoocheling niet onderdrukken. Te meer omdat naar mijn mening wat voorgesteld werd te pover is. Too little en als we niet op onze hoede zijn waarschijnlijk nog too late ook. “Pak nu toch eens door, met realiteitszin”, liet ik horen.
Mijn hoofdbekommernis woensdag was dat we door het in stand houden van de ETS-regeling en de geplande uitdoving van de gratis CO2-uitstootrechten, onze industrie nog meer de dieperik in zal gaan. Dat extra belasten in de nabije toekomst wordt door de Commissie niet in vraag gesteld en dus niet stop gezet. Het water dat al aan de lippen staat, zal nog stijgen. Dat is toch niet wat we willen; het nog erger maken? Die extra belasting zouden we nog kunnen compenseren door de CBAM regeling (Carbon Border Adjustment Mechanism is een douanetarief op koolstof intensieve producten die in Europa worden geïmporteerd) maar die staat niet op punt. Dus wat mij betreft moeten die gratis CO2-uitstootrechten voor onze Europese bedrijven behouden blijven.
Ten tweede blijf ik pleiten voor technologieneutraliteit. De overheid heeft zich niet bezig te houden met het bepalen van welke technologie de industrie wel of niet moet of mag gebruiken. De wet op de kernuitstap is daar een pijnlijk voorbeeld van. Het heeft ons miljarden gekost. De Kamercommissie trok dinsdag, na 22 jaar, een dikke streep door die onzalige wet. Doordat de PS een tweede lezing vroeg zal de wet pas eind april naar de prullenmand verwezen worden. Doelstellingen om te evolueren naar een propere en op termijn CO2-neutrale industrie kan de overheid zeker opleggen. Maar hoe en op welke manier die doelstellingen gerealiseerd worden, laat dat aan onze innoverende bedrijven over. Zij kunnen dat en zij doen dat.
Anderzijds waarschuwde ik om niet tegen de achtergrond van wat er zich aan de andere kant van de Oceaan aan het afspelen is in een kramp te schieten en geen verplichte “koop Europees” clausule te gaan opleggen. Tegen het licht van de later op die dag door president Trump verklaarde Liberation Day mogen we, om onze Eerste Minister te citeren, geen dommigheden met dommigheden beantwoorden. Finaal zou het alleen maar leiden tot hoge kosten voor onze consumenten en bedrijven. Het hoofd koel houden en tegelijkertijd akkoorden sluiten met bondgenoten over de hele wereld, van Canada over de Mercosur-landen tot Zuidoost-Azië, dat moeten we meer dan ooit doen. De VS doet onder Trump niet liever dan schofferen. Wel, laat ons een alliantie van de geschoffeerden maken. Potentie in overvloed. Never waste a good crisis hield Winston Churchill ons al voor na de Tweede Wereldoorlog.
Tot slot moeten we binnen Europa waken over een eerlijk en gelijk speelveld. We zijn een interne markt maar op vele vlakken nog te veel enkel op papier. Sommige landen spelen het spel niet correct. Met subsidies probeert men anderen de loef af te steken en het zijn vaak de kleinere lidstaten die daar de dupe van zijn. Onze zuiderburen, om geen namen te noemen, zijn daar bedreven in.
Met de neuzen in de juiste richting en met de gepaste maatregelen kan Europa hier sterker uitkomen. Onze industrie is de alfa en de omega van onze Europese welvaart, autonomie en welzijn. Laat ons dat niet alleen beseffen maar er ook naar handelen. Verder wens ik iedereen een sportieve zondag toe. Geniet ervan.
Kris van Dijck
Dessel, 6 april 2025