Europees Parlementslid / Burgemeester
Kruimelpad
Quo Vadis Nederlands…
Wat is er toch mis met ons Nederlands? Er is een tijd geweest dat we voor onze taal, het Nederlands, moesten strijden. Ja, met bloed en tranen. Veel tranen. De erkenning van onze taal in dit koninkrijk was een decennialange nachtmerrie. De volharding van vele naamloze. De pen van auteurs die minachtend heimatschrijvers genoemd werden. De inzet van pioniers in de zogenaamde ABN-kringen een halve eeuw geleden om de standaardtaal in heel Vlaanderen in te burgeren. Ja, tot toonaangevende voorbeelden op de openbare omroep.
Na die erkenning en de status die moeizaam bereikt werd als standaardtaal, groeide er snel een soort taal laksheid. De weg naar beneden werd ingezet. Het is allemaal niet meer zo belangrijk… Een neerwaartse spiraal waar blijkbaar geen einde aan schijnt te komen.
De tussentaal is gemeengoed geworden op de VRT en andere zenders. Schrijfster Kristien Hemmerechts orakelt dat het niet zo belangrijk is correct te spellen en verwijst de dt-regel naar de prullenmand. In Gentse kleuterscholen gaan we de kindjes in het Turks opvangen. Uit internationale vergelijkingen leren we dat onze jongeren slecht zijn in begrijpend lezen. En onze universiteiten slaken kreten van onmacht dat masterstudenten geen fatsoenlijke zinnen kunnen bouwen. Er is daar een Vlaams spreekwoord voor: huilen met de pet op! Als klap op de vuurpijl kwam daar vorige week nog de aankondiging bij dat het Katholiek onderwijs een uur Nederlands uit haar lessenrooster schrapt: ach, Nederlands leren ze ook wel in andere vakken.
De Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde trok dan ook terecht aan de alarmbel. Nederlands is niet zomaar een schoolvak. Het is de basis van ons leren. Van ons werken. Van ons handelen. In het onderwijs. In de samenleving.
Het belang van een goede kennis van het Nederlands, ook van de grammatica en spelling mag niet onderschat worden. Moeten we allemaal taalpuristen worden? Neen, zeker niet. En ik zal ook wel kritiek krijgen over mijn schrijfsel dat misschien grammaticale fouten bevat. Dat kan allemaal. Maar ik doe wel steeds mijn best. Ik probeer zowel in het schrijven als in mijn spreken, wanneer dat nodig is, de standaardtaal te hanteren. Want ja, aan de toog van een Dessels café spreek ik anders dan op het spreekgestoelte in het parlement.
Voor ons, N-VA, is men al enkele bruggen ver afgedwaald van wat fundamenteel noodzakelijk is. Op het publieke forum niet minder maar meer standaardtaal. In onze scholen niet minder maar meer Nederlands. Het tij moet gekeerd. In het Vlaams Parlement nemen we de handschoen op. Dit moet stoppen.
Kris Van Dijck