‘Zomervakantie’ staat dit jaar niet in ons woordenboek. De professionele activiteiten volgen elkaar in zulk een razendsnel tempo op dat ze elkaar overlappen en vakantie nemen niet aan de orde is. Klagen zal je me niet horen doen. Met volle goesting werken we door. En laat ons eerlijk zijn; als wat je doet ook graag doet, dan is dat geen last. Integendeel. Dan is dat een voorrecht. Dat heb ik immers van mijn vader geleerd. “je mag blij zijn dat je kan werken”, pleegde hij te zeggen.
Nu het Europees Parlement na de installaties van de plenaire in Straatsburg en de commissies in Brussel voor een maand in reces gaat, focus ik me naast de dossiers die ik wil leren op de lokale stembusslag van 13 oktober aanstaande. Mijn zevende lokale verkiezingen en voor wie het partijpolitieke landschap in Dessel een beetje kent, gaan we historische verkiezingen tegemoet. Twee lijnen die samen komen zorgen daarvoor.
De eerste lijn is die van wederzijds opgebouwd vertrouwen. Met alle respect voor de collega’s van D&W (vroeger D’82) waren de N-VA (vroeger Volksunie) en CD&V (vroeger CVP) de twee dominantste partijen in Dessel. Ik volg de lokale politiek van mijn zestien jaar. Op dat moment bestuurde de CVP al decennia met een volstrekte meerderheid de gemeente. Zo zag de hele Kempen er immers uit. Het was vooral de Volksunie, die bij mijn ouders thuis vergaderde, die aan die almacht knabbelde en in 1982 die meerderheid brak.
Voor Dessel brak een nieuw tijdperk aan van coalitiebesturen. Eerst Volksunie-CVP, dan D’82-Volksunie, opnieuw Volksunie-CVP en als laatste CVP-D’82. Dessel kreeg ook telkenmale een nieuwe burgemeester: Hugo Draulans, Marc Blancquaert, ik en Michel Meeus. Sinds 2006 kent Dessel een volstrekte N-VA-meerderheid.
Deze bestuursperiode (2019-2024) is die meerderheid zeer nipt: 11 op 21 en zitten N-VA en CD&V meermaals op dezelfde politieke lijn. De gemeenteraad wordt voorgezeten door Michel Meeus van CD&V, lid van de oppositie, en vooral in het partnerschap STORA wordt zeer constructief samengewerkt waarbij N-VA en CD&V naast de tientallen vrijwilligers de drijvende politieke krachten zijn.
De tweede lijn is die van gewijzigde spelregels. Straks is de kiezer niet langer verplicht zich naar het stemhokje te begeven. Hij of zij moet overtuigd worden te komen stemmen. Dat doe je door die kiezer te overtuigen van het nut, hem of haar een duidelijk beleidsplan voor te leggen evenals een ploeg van bekwame en betrokken kandidaten.
Ook gewijzigd is de manier waarop de burgemeester gekozen en de bestuursploeg samengesteld wordt. Het nieuwe kiesdecreet schrijft voor dat de grootste fractie het initiatiefrecht heeft en dat de kandidaat met de meeste stemmen in de grootste meerderheidsfractie burgemeester wordt. De kiezer bepaalt dus meer dan ooit.
Die twee elementen brachten N-VA en CD&V samen. Waar willen we met Dessel naar toe, was de hamvraag. De inhoud primeert en al snel bleek dat die zeer gelijklopend is. De vraag stelt zich dan ook waarom tegen elkaar opkomen als je toch hetzelfde voor ogen hebt? Dat gaan we dus niet doen. We bundelen de krachten, legden het programma vast en zullen eerstdaags onze kandidaten voorstellen. Ik ga dus niks verklappen alleen wil ik kwijt dat we heel wat potentiële kandidaten moeten ontgoochelen. Veel meer kandidaten dan plaatsen. Wat niet wil zeggen dat we al die mensen niet nodig hebben. Op vele plekken moeten verantwoordelijkheden gedragen worden en des te ruimer de Desselaar ons mandateert, des te groter onze fractie, des te meer we elders posten moeten innemen. Denken we aan het Bijzonder Comité, STORA, Sportinstellingen Dessel, Buitenschoolse Kinderopvang, enz.
Door voor de verkiezingen samen te gaan zijn we ook zeer duidelijk naar de Desselaar toe. Geen voorakkoord dat achter de rug van de kiezer gesloten wordt waarbij diezelfde kiezer niet weet wie met wie gaat besturen na de verkiezingen. Wij zijn duidelijk. Samen willen we sterk staan om de verkiezingen te winnen. Om samen Dessel te besturen. Je ziet wat je krijgt en je krijgt wat je ziet. En wie burgemeester wordt, ligt in de handen van de kiezer. Hierin wil ik duidelijk zijn. Voor wie er nog aan twijfelt; als uittredend burgemeester ben ik opnieuw kandidaat. De Desselaar beslist.
Misschien in al die drukte en bezigheden toch één puntje dat me deze zomer een beetje pijn doet... Tientallen N-VA’ers worden ingezet om te onderhandelen over regeerakkoorden op Vlaams en federaal niveau. Als langst zetelend nog actief N-VA-parlementslid en burgemeester volgde ik de voorbije drie decennia in hoofdzaak het onderwijs- en sportbeleid, was tweemaal fractievoorzitter, was voorzitter van de VVSG, zat in het bestuur van OVSG, zat de voorbije vijf jaar de commissie Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering voor, ben vanuit lokaal oogpunt enorm begaan met het nucleair beleid, zit de partijraad voor en zetel van bij het begin van de N-VA in het partijbestuur. Nu nergens bij betrokken worden is zuur. Mag ik schrijven wat ik voel? De anderen zullen het wel goed doen zeker. Daar vertrouw ik op. Fijne zondag nog.
Dessel, 4 augustus 2024
Kris van Dijck