Europees Parlementslid / Burgemeester
Kruimelpad
Vlaams Mensenrechteninstituut
Elke zondag belicht ik een onderwerp dat me de voorbije week opviel…
Vlaams Mensenrechteninstituut
Op 30 oktober vorig jaar eindigde ik mijn zondagcolumn met dezelfde titel als volgt: “Het decreet voor het VMRI is gestemd; nu de oprichting nog. Het is aan het Vlaams Parlement om na een selectieprocedure een Raad van Bestuur samen te stellen. Die uitdaging komt eerst in het mandje van mijn commissie te liggen. De timing is strak. De uitdaging is groot. Ik neem met plezier de handschoen op om te tonen tot wat we in Vlaanderen in staat zijn. Ik zal mijn uiterste best doen om te slagen. Fijne zondag nog.” https://www.krisvandijck.be/nieuws/vlaams-mensenrechteninstituut-0?pq=ni...
Na de goedkeuring van het decreet togen we dus onverwijld aan het werk. Toch even herhalen dat de basis van het Vlaams Mensenrechteninstituut erin bestaat om uit het federale Unia te stappen, een eigen instituut op te richten dat zich baseert op bemiddeling, indien dat niet lukt een professionele geschillenkamer te laten oordelen en zelf niet naar de rechtbank te stappen. Een autonoom mensenrechteninstituut dus zoals ze dat in Nederland kennen dat neutraliteit en objectiviteit hoog in het vaandel draagt. Als Vlaamsnationalist kan ik dat alleen maar toejuichen. Meer nog, er actief aan meewerken. Wat ik ook deed.
Op de foto met een delegatie op bezoek bij het Nederlands mensenrechteninstituut.
De taak was dus een raad van bestuur samen te stellen van elf leden en vier opvolgers, die zowel uit de academische als gerechtelijke wereld komen, dan wel actief zijn bij verenigingen die werken rond mensenrechten of ervaringen hebben met de thematiek en ervaring hebben in besturen. Dus geen politieke vertegenwoordiging die gebaseerd is op de grootte van de partijen. Een opzet waar het Vlaams Belang kritiek op gaf. Volgens hen was deze nieuwe transparante aanpak ingegeven om niet verplicht Vlaams Belangers te moeten opnemen. Een kritiek die ik niet volg en betreur. Iets depolitiseren is niet zo evident bleek al snel.
Een oproep voor kandidaten werd door het Vlaams Parlement gelanceerd. Geïnteresseerden konden zich tot en met 9 januari melden. Binnen de commissie Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering, die bestaat uit 15 parlementsleden van de verschillende erkende fracties, werd een werkgroep samengesteld om heel de procedure vast te leggen en werkafspraken te maken. Die werkgroep, door mij geleid, en bestond uit Nadia Sminate (N-VA), Yves Buysse (Vlaams Belang), Katrien Partyka (CD&V), Tom Ongena (VLV), An Moerenhout (Groen) en Maxim Veys (Vooruit). Alle erkende fracties dus van meerderheid én oppositie. We spraken af om hoorzittingen te houden met de kandidaten. Dus ook die oppositiepartijen die het decreet en de oprichting van een eigen instituut niet goedkeurden, kregen evenveel in de pap te brokken dan zij die het decreet wel goedkeurden. Als dat al geen trendbreuk was waar ik echt wel op stond.
Niet minder dan 60 kandidaten dienden zich aan. Bijna allemaal toppers zo bleek uit hun motivatiebrieven en CV’s. De werkgroep en de commissie maakte een eerste schifting en besloot 24 kandidaten uit te nodigen voor hoorzittingen. In openbare zittingen werden deze kandidaten bevraagd, als het ware op de rooster gelegd. Alle parlementsleden konden vragen stellen. Niemand werd die mogelijkheid onthouden. Voor die hoorzittingen werden twee volle dagen uitgetrokken en ze vonden plaats op woensdag 25 en vrijdag 27 januari. Elke hoorzitting werd ook afgerond met een overleg binnen de werkgroep waarbij over de kandidaten gedelibereerd werd en elke fractie haar zeg kon doen. Dit zowel voor als tegen gehoorde kandidaten.
De maandag nadien, en nu spreek ik van vorige maandag, legde ik een voorstel voor aan de werkgroep, gebaseerd op de CV’s, motivatiebrieven, hoorzittingen en deliberaties. Ik trachtte daarbij de verschillende stromingen die in onze samenleving aanwezig zijn, ook vertegenwoordigd te zien in de raad van bestuur. Bedoeling is toch dat iedereen haar vertrouwen kan geven.
De dag nadien werd mijn voorstel in de commissie goedgekeurd. Twee fracties zouden afhaken in de goedkeuring, zo meldden ze. De ene zou zich onthouden omdat ze problemen hebben met één kandidaat. De andere zou tegen gaan stemmen omdat ze zelf niet voldoende kandidaten vertegenwoordigd zag. Ieder zijn mening natuurlijk, en ik moet dat respecteren, maar ik heb er alle redenen voor om dat te betreuren.
Desalniettemin ben ik fier op het geleverde werk. Op veertien weken tijd kregen we een sterke raad van bestuur samengesteld. Het is aan hen nu om een directeur aan te werven en personeel. Om de geschillenkamer te installeren en de werking op poten te zetten.
Het waren boeiende weken waarbij er goed en respectvol kon samengewerkt worden en de diensten van het parlement prachtig werk leverden.
Ik wens de heren en dames van de raad van bestuur, met name Jonathan Bernaerts, Hassan Boujedain, Tine Destrooper, Frank Fleerackers, Raf Geenens, Katrien Meuwissen, Stefan Sottiaux, Matthias Storme, Liesbet Stevens, Gerhard Van Der Schyff en Nathalie Van Leuven, heel veel succes toe. De toekomst én de kansen van ons Vlaams Mensenrechteninstituut liggen in hun handen. Ik van mijnentwege kan zeggen: “opdracht volbracht.” Fijne zondag nog.
Kris van Dijck
Dessel, 5 februari 2023