Europees Parlementslid / Burgemeester
Kruimelpad
Wettewa finale
Elke zondag belicht ik een onderwerp dat me de voorbije week opviel…
Wettewa finale
In de late namiddag valt finaal het doek over onze Desselse musical Wettewa. Wat een vijf jaar geleden in het kader van 750 jaar Dessel begon met een droom in de hoofden van een aantal creatieve doeners, groeide uit tot een megaspektakel dat duizenden kon bekoren en waar iedereen trots op mag zijn. Onder leiding van Luc Stevens en zijn team werd een prachtig verhaal neergeschreven. Een modern verhaal doorspekt met het verleden van ons dorp. Zaken die Dessel uniek maakten en maken.
Voor de musical aanvangt wordt de bezoeker meegenomen in een wandeling waar in twaalf scenes dat verleden uit de doeken gedaan wordt. Na de ontvangst door de Maestro van de Pezerikenwereld, een rol die ik op mij mocht nemen, en twee roddeltantes, beland je in een dorp zoals het vroeger was en word je verteld vanwaar de bijnaam pezerik voor de Desselaar komt. Een pezerik is een penis van een varken die na de slacht opgehangen werd en waarvan het vet gebruikt werd om o.a. het blad van een zaag te smeren of om de soep van vet te voorzien. Natuurlijk kan herberg de Croon, waar het bier rijkelijk vloeit, niet ontbreken. Terecht in een dorp waar meerdere brouwerijen voor het gerstenat zorgden.
Ook het minder fraaie verleden wordt in beeld gebracht. Het dodelijk ongeval bij de watermolen en de pest die ook Dessel trof. Om zo bij de getalenteerde Jonge en oudere Karel Ooms te komen. De negentiende eeuwse kunstschilder die in 1845 hier het levenslicht zag. Nadien staat een volledig in het wit en in het bos opgesteld koor ons op te wachten: “Dessel, oh mijn Dessel. Het zijt gij die ‘k zo graag zie. Plekje waar ik leef en woon. Zo wonderbaarlijk schoon. Ik hoef niet lang ver weg van huis, want weet mijn hart klopt hier. Dessel, gij, ge zijt m’n thuis… dorp van vriendschap en plezier.”
Een klas in de meisjesschool bij de nonnekes honderd jaar terug, de zandontginners, de vaartketsers (mannen en vrouwen die de schepen trokken op de kanalen die Dessel rijk is), de champetter, een kermis van de jaren vijftig en de poortwachter ronden het geheel af.
De musical vertelt een modern verhaal met een universele boodschap. Fake news en het nefaste gevolg van roddelen moeten het afleggen tegen geloof in jezelf dat aangestoken wordt door vele lichtjes in de vorm van stekskes, lucifers.
Maar eerst de proloog. Daarvoor keren we terug naar het jaar 1919 waarbij Dessel opgeschrikt werd door een dubbele moord. Op een ochtend worden onderpastoor Verbeek en zijn meid dood aangetroffen in hun pastorij. Hun schedels zijn ingeslagen. Het moordwapen: een hamer. Achterklap en roddels wijzen Melanie aan als de moordenares. Zij en haar dochter Mieke krijgen het hard te verduren.
Spanning, haat en liefde komen tot hun recht in het nieuw samengesteld gezin van Ben en Sandrine. Ben is gescheiden en directeur van Tabloo. Sandrine is een jonge weduwe en schildert. Elk hebben drie kinderen en buiten de twee jongsten botert het niet erg goed tussen hen. De oudste zonen Boas en Stan zijn ook op het voetbalveld rivalen. Boas spits bij Dessel Sport. Stan reservekeeper bij Witgoor. Daarop volgen de tieners Bo en Stien. Tussen Bo, die vol is van zichzelf, en Stien, een veel timidere die bovendien gek is van hardrock en Graspop, botert het al zeker niet. Enkel de jongsten, Bob en Sterre zijn zoals gezegd dikke vrienden.
Stien wordt al gauw het slachtoffer van de hotchicks, een groep ijdeltuiten waarvan Bo deel uitmaakt en die geleid wordt door Ella. Die Ella heeft een oogje op Daan. Maar de vernedering als ze ziet dat die Daan meer aandacht heeft voor Stien, doen bij haar de stoppen doorslaan. Ze lokken Stien in de val en bij een schermutseling komt Leen, de vriendin van Stien, zwaar ten val en belandt in comateuze toestand in het ziekenhuis. Alles werd gefilmd, maar met wat knip- en plakwerk wordt de fatale duw in de schoenen van Stien geschoven. Stien vlucht en belandt via het achterkamertje van haar opa, die luciferdoosjes verzamelt, in de tot de verbeelding sprekende Pezerikenwereld. Het Dessel van 100 jaar terug. Daar waar de geschiedenis van Dessel herbeleefd en de herinnering levend gehouden wordt.
Na de pauze voltrekt zich daar het wonder. Begeleidt door de Maestro en het meesterlijke Mieke bouwt Stien kracht en zelfvertrouwen op. Ze brengt de twee dorpsfanfares samen tot De Eendracht, ontmoet Karel Ooms en smeedt banden tussen hen die Dessel groot maakten: de boeren en arbeiders, de zandontginners, de vaartketsers, de putboorders, de nucleaire industrie. Hartverscheurend is het moment dat ze haar overleden vader ontmoet, evenals haar overgrootmoeder, de van moord verdachte Sandrine, en de poortwachter haar terug naar de huidige wereld begeleidt.
De ontknoping volgt wanneer de hotchiks op het podium van Graspop voor heel de wereld voor schut gezet worden wanneer het juiste filmpje niet Stien maar Ella als de schuldige van het duwincident aanwijst.
Bij de slotscene komen de 247 acteurs, vooropgegaan door Stien en Daan, de boodschap uitzingen: “Want jij bent mooi zoals je bent. En als het moeilijk wordt voor jou, dan sta je niet alleen. Kom je kracht tekort in jou, we staan hier om je heen. Want jij bent mooi zoals je bent. Treed uit de schaduw, voel de zon op jouw gezicht. Vertrouw op jezelf en waag een stap, een stapje in het licht.”
Wie er bij was - als acteur, als medewerker, als toeschouwer - zal deze elf dagen nooit vergeten. Het geeft Dessel ziel en licht. Kracht en samenhorigheid. Goed om er opnieuw onze schouders onder te zetten. Want ook in de teksten verscholen: “want waar een wil is, is altijd een weg, hoe groot de hindernis, geloof. Geloof in de weg vooruit bij tegenwind en pech. Voor niets komt de zon op, ga door! Ga door! Ga door!”
Geloof in jezelf en mijd de achterklap. We worden er allemaal sterker en mooier van. Fijne zondag nog!
Kris van Dijck
Dessel, 28 mei 2023