De week startte beloftevol, al kwam het venijn er wel heel snel opnieuw aan. Tot minstens tweemaal toe zelfs. Beloftevol omdat eindelijk de toekomst van het nucleaire in dit land terug op de agenda gezet wordt. Dieptepunten als ik zie hoe onze ‘verzorgingsstaat’ misbruikt wordt en de democratie een dreun kreeg doordat fracties in het parlement wegbleven en weigeren een debat te voeren. 

 

Na in de voormiddag een rondetafel bijgewoond te hebben bij Brainport Eindhoven om mee te discussiëren over de vraag hoe we kunnen samenwerken, was ik maandagavond te gast bij KPMG in Zaventem om het event bij te wonen: “Together Towards New Nuclear.” De twee hamvragen die aan specialisten voorgelegd werden luidden enerzijds: “Waarom hebben we nieuwe nucleaire investeringen nodig en hoe kunnen we die waar maken?” en anderzijds: “hoe kunnen we nieuwe nucleaire investeringen in België financieren?”

 

Ik was verrast door het gremium van sprekers en belangstellenden. Van politieke zijde misschien wat pover met naast mezelf slechts collega Yvan Verougstraete van Les Engagés, maar van de sector zelf heel wat oude en nieuwe bekenden. Voor het eerst ook weer optimistische en hoopvolle geluiden. Ik was vooral verrast door het pleidooi van de Italiaan Stefano Buono, CEO van Newcleo, dat ook door De Tijd opgenomen werd. Newcleo investeert in nieuwe door lood gekoelde  SMR’s (small modular reactors) die spoedig een bijdrage kunnen leveren aan een duurzame elektriciteitsvoorziening met verrassend genoeg MOX als brandstof. Daar heb je het, dacht ik: MOX, Mixed OXides. Hier bij ons in het SCK in Mol uitgevonden, door Belgonucleaire in Dessel in productie gebracht en na een dertig jaar door politieke spelletjes opgedoekt... Wat wij twintig jaar terug als onderdeel van een circulaire economie (afval dat terug grondstof wordt) verkwanselden, dient zich nu aan als de kip met de gouden eieren. Ooh ironie. Desalniettemin beter laat dan nooit. Laat ons herstellen wat nog te herstellen valt. Het zal nodig zijn.

 

Geen 24 uur later bracht Pano de wantoestanden bij het OCMW in Anderlecht aan het licht. Wie houdt dit nog voor mogelijk? Cliëntalisme en vriendjespolitiek van de bovenste plank. Diefstal bovendien want het gaat om overheidsgeld dat bestemd is voor hen die het echt nodig hebben. Dat de OCMW-diensten onderbemand zijn, kan maar ten dele ter verantwoording ingeroepen worden. De vraag dient zich ook wel gesteld of de grote vraag naar leeflonen niet in het leven geroepen is door het cliëntalisme zelf. “In Anderlecht moet je zijn”, kon zich als een lopend vuurtje door de straten van Brussel verspreiden. “Ik heb de mensen geholpen”, verdedigt de OCMW-voorzitter zich. Hij vergeet er wel bij te zeggen dat hij de verkeerde mensen hielp. Benieuwd welk staartje dit verhaal krijgt. Tot op heden nog niet al te veel als je het mij vraagt. Iedereen wijst naar iedereen. Ook hier velen bevoegd, weinigen verantwoordelijk. En dit alles tegen een achtergrond dat het geld op is.

 

Een tweede dieptepunt, een democratisch dieptepunt, diende zich donderdagochtend aan. Ik betrad een quasi lege zaal in het Europees Parlement om het debat aan te gaan met de Hongaarse minister Balazs Hanko, bevoegd voor Cultuur en Innovatie, over de initiatieven die hij neemt als voorzitter van de Raad. Op één socialiste na, was links volledig afwezig. Geen communisten, groenen of liberalen. Uit onvrede met de Hongaarse regering, nochtans democratisch tot stand gekomen, stuurden ze hun kat. 

Als je het parlement, het forum waar meningen in debat moeten gaan, waar ideeën mogen en moeten botsen, niet meer haar taak laat vervullen, dan is het einde nabij. Woord en wederwoord, is het dat niet waar het om draait? Het debat niet aangaan is een teken van zwakte én een miskenning van de democratie. 

Bovendien miskent men de fundamenten waarop de EU gebouwd is: 27 autonome staten die ‘samenwerken’. Ik schreef er al over voor een paar dagen. Dus veel ga ik hier niet over herhalen. Hopelijk was dit eenmalig. Al vrees ik ervoor want niet alle strekkingen brengen respect op voor andere strekkingen. “Ik ben juist en de andere is fout.” Hoe simplistisch.   

 

Enfin, laat me toch eindigen met een teken van hoop. Mijn goede collega Johan Van Overtveldt bracht zijn boek uit: “De grote onvrede en hoe die te keren.” Het brengt duiding over hoe we naar een pampersamenleving geëvolueerd zijn en de politieke wereld meegaat in een verhaal om de verwachtingen alsmaar hoger te leggen waarbij we finaal als een overmoedige Icarus in zee dreigen te storten. Zeker lezen. 

 

Dessel, 24 november 2024

Kris van Dijck