Europees Parlementslid / Burgemeester
Kruimelpad
Lezen
Elke zondag belicht ik een onderwerp dat me de voorbije week opviel…
Lezen
De voorbije week was geen week als een ander. Met zeven opvoeringen van Wettewa op vijf dagen tijd kan dat ook niet anders. Vanmiddag staat de achtste geprogrammeerd en opnieuw voor een vol huis. Dat betekent 750 kijklustigen en honderden vrijwilligers op en achter het podium. Het vraagt veel van al die medewerkers en de vermoeidheid slaat soms toe, zeker bij de allerkleinsten. Maar ik weet zeker, zij zullen er nog zeer lang over vertellen. Wie weet leggen we zo de kiemen voor een viering van 800 jaar Dessel in 2071 wanneer deze jongelingen zo oud zijn als mijn generatie nu die in grote mate de regie van dit gebeuren in handen heeft. Vanuit de Pezerikenwereld zal ik dan toekijken. De wat?... Wie nog niet geweest is, of nog geen ticket heeft, je mist wel wat. Het ben ik niet die het zegt, wel de velen die reeds op de afspraak waren.
De voorbije week toch ook opnieuw een constante. Onderwijs lag weer onder vuur. Na de lege brooddozen en lege magen die de week voordien (opnieuw) het nieuws en het debat domineerden, waren het nu de desastreuze resultaten van een groot leesonderzoek. 6.700 leerlingen van het 4de leerjaar uit 189 Vlaamse scholen werden door de universiteiten van Leuven en Gent getest op begrijpend lezen. Sinds die test voor de eerste keer in 2006 werd afgenomen blijven de resultaten achteruitgaan. De leesachterstand liep op tot 10 maanden ten opzichte van 2006 waar dat in 2016 nog 6 maanden was. Op het allerlaagste leesniveau bevonden zich in 2006 1% van de leerlingen. Tien jaar later was dat 3%. Nu reeds 6%. Dat is dus één op zeventien. Hoe gaan die straks verder studeren? Hoe gaan die straks in het leven staan? Begrijpend lezen is echt wel belangrijk. Brieven die je moet lezen. Handleidingen. Richtlijnen.
Internationaal vergeleken zijn alleen Nederland en Finland er nog sterker op achteruitgegaan. Dat laatste toch wel opmerkelijk aangezien Finland vaak als één van de topvoorbeelden op het vlak van onderwijs naar voor geschoven wordt. En Nederland dan? Het is al van in mijn kindertijd dat heel wat Nederlanders uit de grensregio hun kinderen naar Vlaamse scholen sturen. Hoe zou dat komen?
Maar goed, laat ons niet naar anderen kijken. Of toch niet onze slechte resultaten minimaliseren omdat anderen het nog slechter doen. Er is dus werk aan de winkel.
Het eerste wat we moeten doen is stoppen met de Zwarte Piet opnieuw naar de minister toe te sturen. Ik zette vier jaar terug een punt achter negentien jaar lidmaatschap van de commissie Onderwijs in het Vlaams Parlement. Waarom? Eerlijk? Omdat ik het zo wat gezien had. Negentien jaar lang was het steeds de schuld van de overheid, of toch van de politiek, als er iets mis ging. Steevast wou de overheid ingrijpen en al even vaak botste regering en parlement op de zo goed als heilig verklaarde vrijheid van onderwijs. Telkens de overheid ingrijpt wordt er op weerstand gebotst.
Het begon eind jaren negentig. De eerste eindtermen lager onderwijs en ontwikkelingsdoelen kleuter onderwijs kwamen op tafel. De onderwijsverstrekkers, vooral de Guimardstraat, lees het Katholiek onderwijs, schoot in een kramp: de overheid ging zich met de inhoud bemoeien. Ongehoord.
De lijnen werden al langer uitgezet door pedagogen en onderwijsdeskundigen die het woord “kennen” vervingen door “kunnen”. Weten en kennis schoven naar het achterplan. Ook “leuk” en “prettig” zagen het levenslicht.
Nog wat later werd puntengeven in vraag gesteld. Een 9 op 10 of een 4 op 10 zouden niks zeggen, laat staan een klasgemiddelde. Dat was destijds voor moeder Olga en vader René nochtans heel duidelijk. Cijfers werden dan maar vervangen door lachende of treurende emoticons en ellelange verslagen die de administratieve werklast van het onderwijzend personeel deden toenemen.
Toen minister Ben Weyts deze legislatuur de eindtermen nog versterkte en het aspect kennis voor taal en wiskunde optrok, stapte het Katholiek onderwijs naar het Grondwettelijk Hof. Aan onderwijs vrijheid raak je niet. Maar als het slecht gaat…
Een ander heikel punt: de ouderlijke verantwoordelijkheid. “De school doet het wel.” Neen. De school helpt. Het is thuis dat het begint. Op alle vlakken. Tucht, als dat woord nog mag uitgesproken worden. Verantwoordelijkheid nemen, beleefd zijn, respect opbrengen. Kinderen opvoeden is in de eerste plaats de taak van de ouders. Ik hoor minister Luc Van den Bossche het destijds nog zeggen: “ik ga niet zeggen hoe kinderen moeten opgevoed worden, wel dat ze opgevoed moeten worden.”
Van de week kreeg ik nog een berichtje van een dorpsgenoot die mij naar aanleiding van het hierboven geciteerde onderzoek het volgende stuurde: “Kris ik zit naar het nieuws te kijken, en het gaat over de leesachterstand bij kinderen. In de tijd in het college moesten wij wekelijks een Vlaams filmke lezen en het komen vertellen vooraan. Dat kan toch zo moeilijk niet zijn.” En dat lezen. Waar gebeurde dat? Juist.
Ondertussen is de zondagochtend al goed opgeschoten en moet ik het hier bij laten. Vannamiddag komt het gemeentepersoneel, Leentje en haar ouders naar de musical. We zullen er weer een prachtige, knallende voorstelling van maken. Waar ons dorp al niet goed in is. 9.686 toppers. Nog een fijne zondag gewenst. En niet vergeten: lezen maar.
Kris van Dijck
Dessel, 21 mei 2023