Europees Parlementslid / Burgemeester
Kruimelpad
Vlaams Mensenrechteninstituut
Elke zondag belicht ik een onderwerp dat me de voorbije week opviel…
Vlaams Mensenrechteninstituut
Woensdag keurde het Vlaams Parlement, meerderheid tegen oppositie, de oprichting goed van het Vlaams Mensenrechteninstituut (VMRI). Sinds het Vlaams regeerakkoord drie jaar geleden geschreven werd, met daarin de uitstap uit het gelijke kansencentrum Unia, en de intentie een eigen instituut op te richten, is het dossier vaak onderwerp van discussie geweest in de commissie Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering die ik voorzit. Voor mij, als Vlaams-nationalist, is het een evidentie dat Vlaanderen haar eigen Mensenrechteninstituut heeft. Het Vlaams-nationalisme is er immers om de gewone Vlamingen, de gewone mensen te emanciperen en te ontvoogden. Hen toekomstkansen te bieden, kansen om zich te ontwikkelen en dat met dezelfde rechten als eender wie.
In het drie jaar durende debat was het snel duidelijk dat de rechtse oppositie dit allemaal bagatelliseert of belachelijk maakt. Aan de andere kant bevinden zich de zogenaamde linkse partijen die tegen zijn met als hoofdreden de uitstap van Vlaanderen uit Unia. Ik hoor hen zelfs proclameren dat een uitstap uit Unia een uitstap uit de mensenrechten is. Wat je tegenwoordig al niet te horen krijgt in het parlement… Populisme van links!
Dat Unia er bij de nuchter denkende Vlaming van verdacht wordt andere agenda’s te volgen, dan wel niet op het vertrouwen van die Vlaming kan buigen omwille van haar al dan niet vermeende vooringenomenheid, is nu eenmaal een feit. De manier waarop links geen oor had voor de aangehaalde argumenten om een eigen Vlaams instituut op te richten, bevestigt dit vermoeden van partijdigheid. U kan het debat hier herbekijken vanaf 3u53 en mijn tussenkomst van op het spreekgestoelte vanaf 5u06: https://www.vlaamsparlement.be/nl/actueel/nieuws-uit-het-vlaams-parlemen...
Laat mij vooreerst duidelijk zijn dat Vlaanderen bij de absolute topklasse op deze planeet hoort als het over het respect van mensenrechten gaat. Elke internationale statistiek kan er op nageslagen worden en je komt tot de vaststelling dat Vlaanderen een toonbeeld vormt op zowat alle vlakken die met mensenrechten en gelijke kansen te maken hebben: gelijkheid tussen man en vrouw, de rechten van de regenbooggemeenschap, het recht op individuele zelfontplooiing, recht op vrijemeningsuiting, of het recht op persoonlijke integriteit. Diegenen die ons toch in een verdoemhoekje willen plaatsen, nodig ik uit om eens even een buitenlandse reis te maken en de schaduw van de eigen kerktoren te verlaten. Vlaanderen is een tolerante en open samenleving waar dialoog en respect centraal staan. Deze dialoog steunt op de jarenlange tradities, omgangsvormen en normen en waarden die de basis vormen van onze samenleving.
Het is ook vanuit die ingesteldheid dat we in Vlaanderen verder stappen vooruit willen zetten, want ondanks de uitstekende situatie van mensenrechten in Vlaanderen wil dat geenszins zeggen dat we ‘gearriveerd’ zijn. In Vlaanderen zijn er vandaag, ondanks de vele wettelijke en decretale bepalingen die dat expliciet verbieden, voorbeelden van allerlei vormen van discriminatie te betreuren. Ik denk hier ook aan de vele drempels die personen met een handicap nog al te letterlijk moeten nemen of waar vrouwen op de arbeidsmarkt nog niet altijd dezelfde rechten ervaren dan mannen. Dit gebeurt vandaag nog altijd en kan diep snijden in slachtoffers die hiermee geconfronteerd worden. Het is onze taak als samenleving, en dus als parlement dat de emanatie is van die samenleving, alle vormen van discriminatie aan te pakken.
Met de oprichting van een eigen Vlaams Mensenrechteninstituut dat zich buigt over de Vlaamse bevoegdheden ter zake, stellen we een simpel basisprincipe meer dan ooit centraal en dat is het principe van bemiddeling. Het nieuwe VMRI moet, in navolging van de activiteiten van de Genderkamer, een baken zijn dat zoveel als mogelijk de vermeende dader en het vermeend slachtoffer rond de tafel tracht te krijgen en zodoende tot een gedragen oplossing tracht te komen. We zien in de praktijk van de Genderkamer (gelijkheid man en vrouw) en de Ombudsman dat dit eigenlijk ‘mensenrechten-in-de-praktijk’ brengen is, en op die manier ook echt op het terrein een verschil kan maken.
Een klacht betekent vanzelfsprekend niet dat er onmiddellijk slachtoffer en dader kan bepaald worden. Enkel onderzoek en dialoog kunnen partijen dichter bij elkaar brengen. Anderzijds kan bemiddeling ook aantonen dat er effectief geen sprake is van de vermeende discriminatie. Dat is nu net dé kracht van bemiddeling.
Wanneer bemiddeling niet lukt zal een eigen geschillenkamer een oordeel vellen onder de vorm van een advies. Een slachtoffer kan op deze manier eventuele verdere juridische stappen ondernemen en kan met dit advies in de hand een sterkere positie innemen in de gehele verdere procedure. Het VMRI zelf zal deze stap niet zetten. Het blijft onafhankelijk en neutraal. Kiest zelf geen partij. Noodzakelijk om ook door eenieder erkend en gerespecteerd te worden. Daarin het grote verschil met Unia.
Dus; wat krijgt de burger nu eigenlijk meer als hij of zij het slachtoffer denkt te zijn van discriminatie: een robuuste instelling waarin expertise en bemiddeling centraal staan en waar men luistert naar klager en vermeende dader en een veel snellere behandeling van dossiers met gezaghebbende adviezen van een geschillenkamer. Nu duren rechtszaken tot tien jaar…
Dit nieuw systeem van handelen komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. Wij hebben niet de pretentie alleen het warm water uitgevonden te hebben. We enten deze nieuwe manier van werken op hoe het College voor de Rechten van de Mens in Nederland werkt. Toen we er voor enkele weken op bezoek waren en er leerden hoe zij het doen, waren het wel al de linkse partijen over Vooruit, Groen tot pvda die hun kat meestuurden. Zegt voor mij alles…
Het decreet voor het VMRI is gestemd; nu de oprichting nog. Het is aan het Vlaams Parlement om na een selectieprocedure een Raad van Bestuur samen te stellen. Die uitdaging komt eerst in het mandje van mijn commissie te liggen. De timing is strak. De uitdaging is groot. Ik neem met plezier de handschoen op om te tonen tot wat we in Vlaanderen in staat zijn. Ik zal mijn uiterste best doen om te slagen. Fijne zondag nog.
Kris van Dijck
Dessel, 30 oktober 2022