Europees Parlementslid / Burgemeester
Kruimelpad
Zonnepanelen en het parlement
Elke zondag belicht ik een onderwerp dat me de voorbije week opviel…
Zonnepanelen en het parlement
De voorbije week waren onze zonnepanelen niet uit het nieuws te slaan. Ook niet uit mijn mailbox trouwens. Terecht, zeven tot zevenmaal terecht. En dan kijk ik daar met een dubbel gevoel naar toe. Vooreerst mijn bekentenis. Mijn schuldbekentenis. Ja, ik keurde dat decreet van de terugdraaiende teller begin 2019 mee goed. Ben ik dan mee verantwoordelijk? Ja, ik ben mee verantwoordelijk. Had ik tegen kunnen stemmen? Zeker. Al botsen we dan snel op het spel zoals het in het parlement gespeeld wordt. En, als je het spel niet meespeelt zoals het hoort gespeeld te worden, afgemaakt wordt. Door collega’s. Door de media. Dus, zonder mijn verantwoordelijkheid te ontlopen voor mijn stemgedrag die woensdag namiddag, een kleine inkijk hoe het stap voor stap echt werkt… Het klinkt clichématig maar het is wel zo:
Partijen trekken naar de kiezer met verkiezingsprogramma’s en na de verkiezingen wordt er een coalitie gevormd. De deelnemende partijen willen natuurlijk hun punten in het regeerakkoord. En door de band genomen, zo gaat het er toch in Vlaanderen aan toe, wordt in dat regeerakkoord zeer punctueel gewerkt. Die afspraken, daar gemaakt, gelden voor de volgende vijf jaar als het alfa en het omega voor de coalitiepartijen. Verworvenheden worden daar vastgelegd. Dada’s van de ene of de andere partij worden daar gebeiteld. Ze gelden als “verworven”. En zo kan elke partij scoren.
Doorheen de legislatuur moet dat dus uitgewerkt worden in decreten. Minister, kabinetten en parlementsleden die, en ze hebben elk hun specialisatie, bij wat hen aanbelangt mee aan tafel schuiven. Voordat die nieuwe decreten in het parlement ingediend worden, worden ze ook voorgelegd aan de verschillende fracties van de meerderheid. Daar kunnen de andere parlementsleden vragen stellen of opmerkingen gegeven maar veel verandert er dan niet meer. Eenmaal daar gepasseerd staat er nog weinig een parlementaire goedkeuring in de weg.
Kan het anders? Ja dat kan. Ik heb eenmaal in mijn decennialange carrière vanuit de meerderheid publiekelijk een kritische stem laten horen. Het ging ten tijden van minister Pascal Smet over de hervorming van het secundair onderwijs. Ik ging niet mee in wat toen de dada van de socialisten was. En ik was vanuit de N-VA het parlementslid die dat dossier ook effectief opvolgde. Gevolg; een actualiteitsdebat op woensdag namiddag over “Van Dijck zijn uitspraken in De Tijd”. Ik ben nog steeds het enig parlementslid wiens standpunt tot een actua-debat leidde. Ik werd urenlang, en life op TV, onder vuur genomen. Eerlijk? Ik genoot er van. Ik wist immers dat ik gelijk had.
Maar dat ik zulke decreten, zoals die van de zonnepanelen dat ik zelf niet persoonlijk opvolg, goedkeurde en nog zal goedkeuren ligt dus in het verlengde van de hierboven geschetste manier van werken. Want ten gronde, en wie mij al langer politiek volgt zal dat wel weten, vind ik in al mijn bescheidenheid dat we de bal volledig mis slaan in onze energiepolitiek. Ik verklaar me nader.
Op deze zonnige zondagmiddag, terwijl ik dit schrijf, mijn computer aanstaat, de CD-speler speelt en mijn bureaulamp brandt, is de Belgische elektriciteitsproductie de volgende: 66,25% kernenergie, 16,25% gas, 5% biomassa, evenveel windenergie en tot slot tweemaal 3,75% voor onze zonnepanelen en waterkracht. En ja, we voeren dan nog heel wat elektriciteit in uit Nederland, Duisland en Frankrijk om de vraag te kunnen dekken. Als we het van de zonnepanelen en windmolens moeten hebben, of van het subsidiëren van al die alternatieven – voor 30 miljard euro ondertussen reeds – dan zullen we van een kale reis thuis komen. Hoeveel tientallen miljarden moeten er nog eens bovenop om verder te kunnen zonder kernenergie? Want de vervanger moet C02-neutraal zijn. Dus aub geen gascentrales. En leveringszekerheid bieden. Dus ook als de zon niet schijnt of het windstil is. Ik zie echt geen alternatieven. Wie ze wel heeft, gelieve ze mij te melden. Finaal kan ik wel zeggen dat ik de mensen die ontgoocheld zijn, die zich belazerd voelen in heel de zonnepanelensaga, niet in de kou laat staan. In eerste instantie door naar hen te luisteren. Maar ook door straks de voorstellen ter zake van minister Zuhal Demir, die de erfenis op haar bord kreeg, mee goed te keuren. Het parlementairspel zoals ik geacht word te spelen, weet je nog…
Kris van Dijck Dessel,
24 januari 2021