Europees Parlementslid / Burgemeester
Kruimelpad
11 juli
Elke zondag belicht ik een onderwerp dat me de voorbije week opviel…
11 juli
Op deze feestdag van de Vlaamse Gemeenschap kan ik bezwaarlijk anders dan op deze zondagochtend hierover mijn gedachten ventileren. Misschien ga ik voor u verrassend uit de hoek komen door niet zomaar de loftrompet te gaan afsteken over het Vlaamse burgerleger dat 719 jaar geleden de Franse ridders in het zand deed bijten. Ik zou nogal gemakkelijk weggezet kunnen worden als een romantische vendelzwaaier die nog altijd niet beseft dat het Vlaanderen van nu niks van doen heeft met het Vlaanderen van toen en dat er zich Brabanders onder de Fransen bevonden evenals Walen onder de Vlamingen. Ik ben de laatste die je moet overtuigen van de historische relevantie tussen 1302 en het heden. Al zijn er in de geschiedenis wel leuke anekdotes te vertellen. Zo het verbod van de Duitse bezetter in de Eerste Wereldoorlog om een 11 juli-herdenking te organiseren in Antwerpen. Massabijeenkomsten waren verboden tot de leidende officier Diets gemaakt werd dat het één een overwinning tegen de Fransen betrof, en twee het Vlaamse heir al ruim zeshonderd jaar zonder zege zat en van hen dus weinig dreiging uitging. Twee doorslaggevende argumenten om toch een herdenking te mogen houden. Tot daar…
Anderzijds ben ik steeds verrast dat ik de kringen die ik meewarig hoor doen over Vlaamse identiteit en symbolen, dat niet hoor doen bij Belgische symbolen, laat staan bij de Belgische identiteit die ik nog steeds aan het zoeken ben. Of vol ontzag hoor praten over in hun natiekleuren gestoken voetbalsupporters, die tot tranen toe bewogen de hymne van hun land uit volle borst meezingen. Dat zijn de goei. Een Vlaming die zijn volkslied zingt is een oubollige, onder de kerktoren conservatief. Van twee dingen één denk ik dan zo.
Waar het op 11 juli voor mij wel om draait!
Overal waar mensen samenwerken. Samen een ruimte delen of samen de realiteit moeten torsen, is het belangrijk dat er een gemeenschappelijk doel is. Een gemeenschappelijk project. Een project dat mobiliseert. Een project dat enthousiasmeert. Dat geldt voor de sportclub. Dat geldt voor het bedrijf. Dat geldt ook voor de samenleving. Het “yes we can” van Obama voor een paar jaar heb ik door niemand horen wegzetten als een misplaatst nationalisme. Nee, het is een patriotisme waarbij in de geest van de American Dream, we “samen” aan een toekomst bouwen. “We Americans, we the people”.
Ik ben een “believer” dat een samenleving zulke dynamieken van fierheid en zelfvertrouwen nodig heeft om visionair en hard werkend een toekomst uit te bouwen. In het Vlaams Parlement hangt in de Quinten Metsyszaal het lichtkunstwerk van Liliane Vertessen. De tekst luidt: “love yourself, so you can love somebody else.” Dat geldt voor individuen, maar evenzeer voor volkeren. Mensen die geen fierheid uitstralen moeten niet rekenen op respect van anderen. En wie dat respect van anderen niet afdwingt moet finaal niet verwonderd zijn verdrongen te worden.
In die optiek is het belangrijk dat een natie zo zijn dag van reflectie heeft. Een dag waarop we even stil staan bij waar we staan en ons bezinnen over waar we naar toe willen. Bij de ene is dat de dag van de onafhankelijkheid (4 juli voor de Amerikanen). Bij de andere de dag van de revolutie (14 juli voor de Fransen). Bij nog anderen de verjaardag van het staatshoofd (27 april voor de Nederlanders). Allen hebben ze een andere achtergrond, maar wel een gemeenschappelijke doelstelling: de verbondenheid met elkaar tonen en beklemtonen. Een natie brede: “yes we can”.
En ja, wij Vlamingen hebben zo ook onze dag. Niet het verleden van 11 juli (Guldensporenslag) is dan de motivator. Wel al datgene wat we in onze mars hebben. En dat is niet niks. Wij Vlamingen groeiden uit van verpauperde achtergestelde boerkes en uitgemolken arbeiders tot de dragende natie in dit koninkrijk. En die positie werd ons niet op een presenteerschaaltje aangeboden. Daarvoor was politieke actie nodig en vele hardwerkende mensen. Mannen, vrouwen, en in de negentiende eeuw ook kinderen… Dat Vlaams bewustzijn werd gedragen en opgebouwd door velen van verschillende politieke gezindheden. Onder hen dus niet alleen Vlaams-nationalisten. Waar zouden we immers alleen met hen gestaan hebben? Maar ook door socialisten, liberalen en katholieken met een Vlaamse inborst. Het was vaak vechten tegen de bierkaai en velen werden op hun weg gebroodroofd of vervolgd. Die lijdensweg mogen we ook niet vergeten!
En zo is Vlaanderen geworden wat het nu is. Een natie in volle ontwikkeling. Met een eigen democratische legitimiteit in de vorm van een rechtstreeks verkozen parlement en een door dat parlement en dus door het volk aangestelde en gecontroleerde regering.
Een Vlaanderen dat op internationale indexen haar positie in het koppeloton ingenomen heeft. Met bijna 6,7 miljoen inwoners in het Vlaams Gewest tellen we meer inwoners dan Denemarken, Kroatië of Ierland. Ons bbp plaatst ons boven het Europees gemiddelde niettegenstaande veel zetels van belangrijke ondernemingen in Brussel gevestigd zijn en dus niet in de Vlaamse statistieken voorkomen. We nemen 81% van de Belgische in- en uitvoer voor onze rekening. Onze maritieme ligging met de havens van Oostende, over Zeebrugge en Gent tot Antwerpen, waar vorig jaar gezamenlijk 309 miljoen ton verscheept werd, wordt ons internationaal benijd. Zo kan ik nog een tijdje doorgaan. De statistieken op internet spreken boekdelen.
En neen, niet alles is rozengeur en maneschijn. 10% van onze mensen loopt risico op armoede of leeft in de armoede. Dat kan de Vlaamse natie niet aanvaarden. Daaraan moeten we blijven werken. Heel het volk is belangrijk, zeker voor een Vlaams-nationalist. Het relance-plan van de Vlaamse regering geeft daartoe aanzetten. We willen met z’n allen vooruit (misschien is deze term ondertussen te veel politiek geladen als naam van een politieke partij). Ja, we willen vooruit (zonder hoofdletter). Samen met de Vlamingen in het Vlaams Gewest en in Brussel. Onze hoofdstad. Nog steeds. Laat dat de boodschap zijn van 11 juli 2021. Met de waarden en de lessen van het verleden, plichtsbewust en met de kop omhoog de toekomst tegemoet.
Kris van Dijck
Dessel, 11 juli 2021
Twee jaar geleden mocht ik op deze hoogdag de feestrede houden in het Brussels stadhuis. Ik heb de indruk dat die woorden van toen weinig of niks aan realiteit ingeboet hebben. Voor de geïnteresseerden:
11 juli 2019: https://www.vlaamsparlement.be/bestanden/20190711%20Elf%20julitoespraak_...