Europees Parlementslid / Burgemeester
Kruimelpad
1830
Elke zondag belicht ik een onderwerp dat me de voorbije week opviel…
1830
We gaan het vandaag eens over 1830 hebben. Waarom, hoor ik je al vragen. We zijn vandaag 191 jaren later. Niet direct een “jubileumjaar”. En toch is er een reden. Straks gaan we naar de historische musical/spektakel “1830” in Westerlo. Het is niet de eerste keer dat kasteel de Merode het decor is van een massaspektakel. Het bewuste kasteel kwam in de vijftiende eeuw in het bezit van de adellijke familie de Merode. De huidige bewoner, Simon de Merode, maakte er jaren geleden een erezaak van om het kasteel een meerwaarde te laten zijn voor Westerlo en de Kempen. Hij en zijn familie zijn de initiatiefnemers achter Historalia. Zij werken niet alleen aan de restauratie en de uitstraling van het kasteel. Zij zijn ook de kracht achter heel wat artistieke producties. Producties van echte Kempense makelij. Zo ook “1830”.
“1830” brengt het ontstaan van dit koninkrijk tot leven. Wetende wie er allemaal betrokken is bij dit opzet, met o.a. regisseur Luc Stevens, zal het weer tiptop in orde zijn. Ik had in de pers al vernomen dat sommige criticasters meenden dat er historische fouten, tekortkomingen, of verkeerde klemtonen gelegd werden. En dan, zou ik zeggen. Het is een musical. Geen historische documentaire. Ik kijk dan ook met bijzondere belangstelling uit naar het artistieke gebeuren. Voor de gebeurtenissen van 1830 op zich loop ik minder warm. Ik blijf het een immense vergissing vinden; die tweede scheiding van de Nederlanden. En voor die vergissing hebben velen boter op hun hoofd. Niet in het minst Koning Willem I zelf die als een verlichte despoot rampspoed over zichzelf afriep.
Willem I en de latere koning der Belgen Leopold I hebben meer gemeen dan je in eerste opzicht zou denken. Beiden van Duitse bloed. De eerste via zijn moeder, Wilhelmina van Pruisen. De tweede rechtstreeks uit Coburg. En beiden schipperden als de eerste de beste windhanen om in de gunst van Napoleon te komen of te blijven toen die de scepter zwaaide over de Nederlanden en het huidige Duisland. Twee gewiekste kerels die rechtstreeks afstamden uit het oude aristocratische Europa dat het moeilijk had met de nieuwe wind; de nieuwe tijd.
We weten allemaal hoe in de periode november 1813 tot maart 1815 de Nederlanden verenigd werden en Willem I aan het roer kwam. Ondanks zijn vele inspanningen om nijverheid en onderwijs op te tillen, botste hij op een aantal breuklijnen tussen Noord en Zuid waarmee hij niet adequaat omging of waar hij toch minstens niet voldoende oog voor had. Protestants-Katholiek en Nederlands-Frans. Daar wordt meestal op gefocust. Ik wil het vandaag evenwel meer hebben over een andere breuklijn. Deze tussen een vernieuwende politiek, ingegeven door de idealen van de Franse revolutie van vrijheid, gelijkheid en broederschap met de prille kiemen van wat een democratie hoort te zijn enerzijds. En de halsstarrige houding van het ancien regime dat dacht na Waterloo 1815 een revival te krijgen. Het feit dat het Zuiden met meer inwoners dan het Noorden veruit ondervertegenwoordigd was in het parlement was als een eerste teken aan de wand.
Wat vaak vergeten wordt is dat idealisten als Louis de Potter niet zo zeer de totstandkoming van een nieuwe staat voor ogen hadden, dan wel een volledige omvorming van het staatsbestel naar meer democratie. De eerste kritieken op Willemsbeleid en absolutistische trekjes kan niet beter aangetoond worden als door één van de opmerkelijkste spreuken van voor 1830: “Wij willen Willem weg, wil Willem wijzer worden wij willen Willem weer.” En om even een sprongetje te maken naar de voorvader van Simon de Merode: Félix de Merode, die in de delegatie zat die de eisen van het Zuiden aan de koning in Den Haag gingen overmaken… Toen Willem hem zag verschijnen zei hij: wat doe jij hier met je Franse nationaliteit…
Heel het gebeuren ontspoort in 1830 en de vinger die Frankrijk mee in heel het spel van opstand en revolutie had kan niet ontkent worden. In ieder geval is het zo dat het uit de hand gelopen oproer niet vakkundig geneutraliseerd werd. Vervolgens ook twee onverstaanbare missers. Ten eerste hoe de Hollandse troepen zich in september 1830 door een handvol niet militair geschoolde revolutionairen uit Brussel lieten kieperen. En wat voor mij het pijnlijkste moment bleek te zijn; het dagenlang beschieten van de Antwerpse burgerbevolking door Nederlandse troepen vanuit de citadel van Antwerpen en vanaf oorlogsschepen op de Schelde. Wie beschiet nu in godsnaam zijn eigen volk? Ja, in Syrië loopt er ook zo ene rond. Maar Antwerpen, de fiere handelsstad en haar oranjegezinde bevolking. Hoe kwamen ze er bij?
Over de Belgische revolutie zijn er heel wat werken verschenen. Voor wie niet zo graag leest, beveel ik de podcast “Het Verlies van België” van Johan Op de Beeck aan. In al zijn facetten boeiend. Wat ik vooral leerde van het hele gebeuren is dat de olifant een muis baarde. De roep naar een beter democratisch staatsbestel draaide op niks uit. Een nieuwe staat ontstond, maar voor het overige bleef alles bij het oude. Of zoals men in de Kempen durft zeggen: ze dronken een glas, deden een plas en alles bleef zoals het was. De kinderen van de gevallen martelaren groeiden niet op in een betere wereld. Enkel hun identiteitskaart wijzigde. Het werd: “Belgique”. In het Frans en met de zegen van de bisschop.
Toch eens benieuwd of Louis de Potter straks in het stuk voorkomt…
Kris van Dijck
Dessel, 29 augustus 2021