Europees Parlementslid / Burgemeester
Kruimelpad
Casa Sin Fin
Elke zondag belicht ik een onderwerp dat me de voorbije week opviel…
Casa Sin Fin
De twee coronazomers van 2020 en 2021 gingen wat vakantieplannen betreft aan ons voorbij. Niets onoverkomelijk voor Leentje en ik. Het bewijst nogmaals wat voor een mens echt noodzakelijk en belangrijk is en wat niet. Ik zeg wel degelijk voor Leentje en ik. Niet voor mensen die van toerisme moeten leven. Voor wie het hun broodwinning is. En die zijn er. Meer dan je denkt.
De voorbije week brachten we door in Casa Sin Fin in het Andalusische Bédar, 20 km landinwaarts van Mojacar. https://casa-sin-fin.com/nl
Het was midden april toen Leentje met het idee kwam om naar daar te trekken. Griet van Villa Sue in Dessel was er geweest en was vol lof. Ik moet toegeven; als Leentje met vakantie ideeën afkomt laat ik het water best niet koud worden. Ik ben nu eenmaal sneller door de reismicrobe gebeten dan zij en wat doe je dan als je vrouw met dat plan thuis komt? Juist.
Geen half uur later had ik een vriendelijke man aan de lijn, agenda’s werden naast elkaar gelegd, vluchtschema’s werden vergeleken en in een wip en een gauw waren een week B&B, de vluchten Antwerpen-Murcia en terug en een huurauto geboekt. Het aftellen kon beginnen.
Ik mag wel zeggen dat ik al wat afgereisd heb, maar wat volgde was buitencategorie. Echt.
Het begon al met de vlucht. Vertrekken in Antwerpen. Geen drukte. Geen gedoe. Een uur voor ons vertrok een TUI-vlucht naar Alicante. Dat was alles. Inchecken op hoop en al dertig meter van waar Jana ons afzette, net om de hoek de veiligheidscontrole en nog een stap verder de gate. Zalig.
Een dikke twee uur later geland in het broeierige Murcia, de huurauto opgepikt en vervolgens 140 km verder zuidwaarts over de AP7 tot Los Gallardos voor een lichte lunch bij La Dolce Vita op het strand van Mojacar Playa. De vakantiestemming zat er al helemaal in. Een berichtje van Pascale, de gastvrouw, met de vraag wanneer we zouden toekomen gaven het gevoel werkelijk welkom te zijn. Na de lekkerste salade verorberd te hebben die ik ooit voorgeschoteld kreeg, legden we de laatste kilometers af de bergen in om toe te komen in wat de hemel op Aarde bleek te zijn. Ik weet niet van waar de uitdrukking leven als God in Frankrijk vandaan komt. De bedenker ervan is zeker nooit in Casa Sin Fin geweest.
Ludwig en Pascale, afkomstig uit Emblem, zegden voor een paar jaar hun job op om hun droom na te streven: een Bed en Breakfast in Spanje. Niet voor niks lees ik in onze kamer de spreuk, die vertaald uit het Engels als volgt luidt: “Laat het nooit zeggen dat dromen tijdsverlies is, want dromen is als een wachtkamer. In dromen planten we de zaden van onze toekomst.”
In 2019 kochten ze dit stulpje boven op een berg, met een vergezicht in alle richtingen, waarbij de zonsopgang boven de Middellandse Zee als een sprookje is waar ik elke ochtend omstreeks 7u met volle teugen van genoot. Ze verbouwden oude stallen tot drie smaakvol ingerichte kamers. In een aparte vleugel van het huis bevindt zich de vierde gastenkamer. Daar verbleven wij. De kamers dragen de namen van hun vier zonen: Nicolas, Olivier, Fréderic en Louis. Deze laatste, de jongste, verblijft bij hen en werkt ’s avonds in het typisch Andalusisch restaurant Miramar in het centrum van Bédar.
Kleinschalig, rustig, verzorgd en bovenal klassevol, zo kan je deze B&B het best omschrijven. Elke ochtend een perfect verzorgd ontbijt waarbij niks de gastheer en gastvrouw te veel was. Op bestelling lunch en of diner? Bij hen of in een aanbevolen restaurant? Het kon allemaal. We leerden er toffe mensen, families en koppels kennen. Zalig. Marc en Leentje bijvoorbeeld. Ja, er is nog een Leentje. Afkomstig uit Aalst wonen zij in San Juan de los Terreros, brachten een paar dagen in Casa Sin Fin door en op de terugweg gisteren gingen we bij hen op de lunch.
En wat doet een mens zoal in een weekje verlof? Op zondagmiddag trakteerde de Valenciaanse gast, wiens naam me ontgaat, ons allen voor zijn vertrek op een door hem zelf gemaakte paella. Op maandag keerden Leentje en ik terug richting Cartagena om er de wereldbefaamde likeurstokerij van Licor 43 te bezoeken. Samen met andere Vlaamse bezoekers, waaronder Stefaan Van Steenberge van restaurant l’Homard Bizarre in Sint-Martens-Latem, werd ons het verhaal van Licor 43 verteld om finaal vruchten te gaan plukken in de tuin en zelf een cocktail samen te stellen. Op dinsdagnamiddag gingen we met alle gasten aan het schilderen aan de rand van het zwembad. Begeleid. Op drieënhalf uur tijd werden acht kunstwerkjes op het canvas getoverd. Iedereen verbaasd van eigen kunnen (zie foto). Massagesessies, rust aan het zwembad, en ik? Lezen, veel lezen. ‘De Franse Revolutie I’ van Johan Op de Beeck.
Waar ik deze tekst begon met de verwijzing naar de coronazomers, bleven ook Ludwig en Pascale daar niet van gespaard. Stel je voor. Je koopt deze zalige plek. Je gaat aan het verbouwen en renoveren. En als de dag daar is dat je van start gaat, voorjaar 2020, gaat Europa in lockdown. Ga er maar aanstaan. En dan komt het vervolg… In Vlaanderen kwam de Vlaamse regering gul over de brug om door sluiting getroffen horecazaken en bedrijven financieel te steunen. Hier vond iedereen dat allemaal zeer normaal. Maar was dat zo normaal? Hier vind iedereen alles normaal… In Spanje kende men dat niet. Geen steun. Geen overbrugging. Geen subsidie. Niks. Trek je plan, was daar het parool. Mijn maag wringt dan hoe ik ook weer van de week op sociale media sommigen te keer lees gaan. Niks is goed. Triestig.
Aan de rand van het zwembad hebben Pascale en Ludwig nog een andere mooie spreuk hangen. Opnieuw vertaald uit het Engels: “Geef diegenen die je liefhebt vleugels om te vliegen, wortels om terug te komen en redenen om te blijven.” Als God het ons belieft komen we zeker terug. Bedankt aan allen die er een onvergetelijke week van maakten. Fijne zondag nog. In Vlaanderen. In Andalucia. Waar je je ook bevindt op deze mooie planeet.
Kris van Dijck
Dessel, 14 augustus 2022