Europees Parlementslid / Burgemeester
Kruimelpad
De Dag van de Arbeid
Elke zondag belicht ik een onderwerp dat me de voorbije week opviel…
De Dag van de Arbeid
Vandaag viert heel de wereld de Dag van de Arbeid. In sommige landen gaat dat gepaard met veel machtsvertoon en grote legerdefilés. In Moskou zal dat waarschijnlijk met iets minder wapenvertoon gepaard gaan dan anders. Hun wapens worden nu massaal ingezet om het proletariaat van een ander land over de klink te jagen. Waar is de ‘Internationale’ gebleven? Of is het dan toch zo, zoals Orwell schreef? “Alle dieren zijn gelijk, maar de ene is gelijker dan de andere.” Neen, ik zie in Poetin geen verdediger van het proletariaat. Van niemand trouwens. Hij is wel een kind van wat de Sovjet was…
Bij mij heeft de Dag van de Arbeid nog steeds een wrange bijsmaak. Eerstdaags zal in het Belgisch Staatsblad een definitief punt gezet worden achter de aanwezigheid in mijn dorp van wat twee gerenommeerde bedrijven waren: Belgonucleaire en FBFC, die brandstof maakten voor kerncentrales. Die kroniek van een aangekondigde dood werd ingezet door lokale socialisten die daarmee het rechtstreeks verlies van een vierhonderd arbeidsplaatsen op hun geweten hebben. Een stukje geschiedenis dat niet uit ons collectief geheugen mag verdwijnen en ook op de Dag van de Arbeid herinnerd mag worden.
In het zog van de komst van het SCK in Mol, vestigde FBFC (Franco-Belge de Fabrication du Combustible) zich in 1958 aan de Europalaan in Dessel. Er werden brandstofelementen gemaakt voor kencentrales: uraniumpastilles in lange staven, die vervolgens gebundeld worden. In 2011 besliste het Franse moederbedrijf Areva de vestiging in Dessel te sluiten. Hoofdreden: een verminderde wereldwijde afname van brandstofelementen als voorbode van een wereld die het zonder kernenergie zou gaan doen. Ondertussen weten we wel beter. Met drie productie-eenheden, één in het eigen Frankrijk, één in Duitsland en één in Dessel, was de teerling snel geworpen in het nadeel van “les petit Belges”. Ik kan daar nog begrip voor opbrengen, dat wanneer je moet saneren, je eerst elders in het vlees gaat snijden en dan pas in eigen land. Bovendien was Dessel een concurrentieel voordeel kwijt ten opzichte van de andere vestigingen. En dat lag gewoon aan onszelf. Want wat was dat concurrentieel voordeel?
Enkele honderden meters verder in de Europalaan dan FBFC zag in 1973 de fabriek van Belgonucleaire het levenslicht. Belgonucleaire, een zuiver Belgische onderneming, en spin-off van het SCK. Het werd de fabriek van een bij datzelfde SCK uitgevonden systeem om na de ontmanteling van brandstofelementen en het scheiden van de verschillende bestanddelen, waaronder het giftige plutonium, dat laatste te verwerken tot MOX (Mixed OXides). MOX dat vervolgens opnieuw kan gebruikt worden als brandstof. Recyclage avant-la-lettre.
Het giftige plutonium, ook geschikt voor kernwapens, werd er dus verwerkt tot nieuwe brandstofpastilles. Deze MOX-productielijn, die zich volledig in handschoenkasten situeerde, werd bij de buur FBFC verdergezet door de MOX-elementen te bundelen in een speciaal daarvoor ingerichte productieruimte met metersdikke betonnen wanden. Het was een uniek sprookje waaraan een abrupt einde kwam.
Op tal van websites lees ik nu dat Belgonucleaire in 2005 om economische redenen haar deuren sloot: een vermindering van de afname van de vraag naar MOX-brandstofelementen. Is dat zo? De ware reden is wat mij betreft hallucinant.
Belgonucleaire had immers een schitterende toekomst. Naast het verwerken van plutonium na de opwerking van de gebruikte brandstofelementen in La Hague, Frankrijk, lagen contracten klaar om militair plutonium van ontmantelde Amerikaanse kernwapens te verwerken. Ten gevolge van de SALT-akkoorden tussen de VSA en de USSR om het aantal kernwapens evenwichtig en gecontroleerd af te bouwen, moest een grote hoeveelheid plutonium verwerkt worden. In Dessel zagen we dat wel zitten. We gingen van zwaarden ploegen maken. Nu zou men dat ‘vredesindustrie’ noemen. Maar dat was buiten de waard gerekend. De Belgische regering weigerde: geen buitenlands plutonium naar Dessel.
Gelijktijdig werd er Frans kapitaal gevonden om de productiecapaciteit te verdriedubbelen. Van een 35 ton MOX op jaarbasis naar een 120 ton. Belgonucleaire zou een economisch groeibedrijf worden. Maar ook daar liep het mis. Bij het vergunningstraject vergat men advies te vragen aan de gemeente Mol, wiens grondgebied net binnen de perimeter lag van de bedrijfssite in Dessel. Dit advies werd vooralsnog gevraagd, maar te laat, en waar voordien de gemeente Dessel het licht op groen had gezet kwam vanuit Mol, ‘rood’ bestuurd, een ondubbelzinnige ‘neen’. Een procedurefout klonk het in koor bij lokale, socialistische toppers en ze stapten vol goede moed naar de Raad van State. Met de vrees vroeg of laat een vernietiging van de exploitatievergunning te krijgen, keerden de Fransen hun kar en investeerden verder in hun eigen MOX-fabriek in Frankrijk. Weg arbeidsplaatsen in de Kempen. “Vive la France”, klonk het in Marcoule.
Belgonucleaire Dessel sloot haar deuren in 2006. Wat er van heel de fabriek nog overblijft is de omheining die verhuisde naar het Wouwerpark van Witgoor Sport vier kilometer verder. Dat is alles.
Nadat in 2019 de gronden van Belgonucleaire vrijgegeven werden, is het eerstdaags de beurt aan de nucleaire vrijgave van de gronden van FBFC. Je zal het kunnen lezen in het Belgisch Staatsblad. Zo komt, met het vooruitzicht van een wereldwijde nucleaire revival, een definitief einde aan wat een speerpunt had kunnen blijven in de energievoorziening. In energie onafhankelijkheid. In knowhow. In tewerkstelling. Het liep anders. Het blijft als eelt op mijn ziel kleven.
Tot spijt van de meest extreme kameraden moet ik nog aan het laatste denken. Op werkbezoek in Potsdam, gelegen in de voormalige DDR (Deutsche Demokratische Republik), concludeerde de plaatselijke gids over het communistische tijdperk: “das Sozialismus funktioniert nicht.” Wijze woorden van een vrouw die duidelijk ervaringsdeskundige was. Fijne zondag allemaal.
Kris van Dijck
Dessel, 1 mei 2022