Europees Parlementslid / Burgemeester
Kruimelpad
De weg naar normaal
Elke zondag belicht ik een onderwerp dat me de voorbije week opviel…
De weg naar normaal…
Ons leven wordt al meer dan een jaar zo zwaar door corona gedomineerd dat ik het onderwerp in mijn zondagse column zoveel mogelijk tracht te mijden.* De mensen krijgen al genoeg van hetzelfde voorgeschoteld en trop is te veel en te veel is trop zei ooit een oud-premier. Maar deze week kan ik toch niet anders. Zowel de vaccinatiegraad in mijn dorp, het feit dat we gisteren voor het eerst nog eens konden dineren op een terras, als het hobbelend pad richting “normaal” bieden perspectief en stemmen me hoopvol. Ik schrijf hobbelend pad want ik merk nog veel wolfijzers en schietgeweren voor we het doel bereikt hebben.
Eerst de vaccinatiegraad in Dessel, Balen, Mol en Retie waarmee we de eerstelijnszorgzone Baldemore vormen. Gisterenavond konden we zeggen dat 98% van de 65-plussers hun eerste prik gekregen hebben. De doelstelling van 70% wordt alzo ruimschoots overschreden. Een deel van die resterende 2% zijn mensen die niet mobiel zijn en zullen binnenkort thuis ingeënt worden door hun huisarts.
Na de 65-plussers is het de beurt aan de risicopatiënten tussen 65 en 18 jaar. Wie risicopatiënt is wordt softwarematig bepaald door Vlaanderen op basis van de huisartsendossiers en de gegevens van de ziekenfondsen. Op woensdag 5 mei vertrokken 6.000 uitnodigingen naar risicopatiënten geboren tussen 1959 en een deel van 1969 die vanaf 17 mei hun eerste prik zullen krijgen. Ben je voor 1968 geboren en nog niet uitgenodigd? Dan hoor je niet tot de risicopatiënten.
De intensiteit waarmee er ingeënt wordt, hangt gewoon af van het aantal vaccins die we toegezonden krijgen. Onze vrijwilligers en medewerkers doen hun uiterste best om alles optimaal te laten verlopen en laten geen spuit verloren gaan. We krijgen van onze inwoners ook niet anders dan complimenten. Een oprechte dank aan allen die hun steentje bijdragen.
De graad van vaccinatie zal mee de snelheid bepalen waarmee we maatregelen kunnen versoepelen. De stelling van de Vlaamse regering, bij monde van Vlaams minister-president Jan Jambon, dat regio’s die hun doelstellingen vlot halen toch niet mogen afgeremd worden in versoepelingen door regio’s die hun doelstellingen niet halen, werd daarnet in de Zevende Dag smalend door minister Frank Vandenbroucke van tafel geveegd.
Zijn eerste gezagsargument: federaal betaalt voor 80% dus federaal bepaalt. Awel, die logica hoor ik nu eens graag. Mag ik dan even consequent vragen van waar dat federaal geld komt? De vraag stellen is ze beantwoorden: in grote mate van Vlaamse burgers en bedrijven. De Belgische logica luidt dus: Vlaanderen betaalt, de Belgische regering die geen meerderheid heeft in Vlaanderen bepaalt en de Vlaming kan langer in z’n kot blijven. Het rijmt wel niet, maar is wel zo. Fijne zondag, brave Vlaming.
Zijn tweede gezagsargument: we leven te dicht bij elkaar zodat een beleid op maat niet kan. Met andere woorden: als de Brusselaar zich in mindere mate laat vaccineren, moet de Desselaar in z’n kot blijven. Sorry maar die stelling krijg ik hier niet aan de straatstenen uitgelegd. En dat ligt niet aan de Desselaar. In tegendeel zelfs...
Jan Jambon lanceerde die stelling van verschillende snelheden niet voor niks want de Vlaamse regering heeft haar plan klaar om in Vlaanderen de weg naar het normaal in te zetten. Zowel met betrekking tot onderwijs, sport, jeugd, cultuur, manifestaties, enz. willen we nadat de zwakkeren ingeënt zijn onze mensen perspectief bieden en het sociaal, maatschappelijk leven reanimeren. Woensdag werd ik al aangenaam verrast toen minister van Sport Ben Weyts op mijn vraag over het organiseren van sportwedstrijden positief antwoordde. Ook andere fracties sloten zich daar welwillend bij aan. De minister kondigde aan om dinsdag op het overlegcomité de mogelijkheid voor sportwedstrijden op tafel te leggen mits het naleven van de strikte sportprotocollen. Want, en daar volg ik hem volledig in, het moet allemaal nog steeds veilig gebeuren. Het einde is misschien wel in zicht, maar we zijn er nog niet. Stap voor stap richting 1 oktober. Daar zou de eindmeet moeten liggen. Belofte- en hoopvol willen we aan die weg timmeren.
Echter, als ik spreek over een hobbelige weg die we bewandelen, geef ik graag het mismanagement van de plexiglazen wanden op terrassen mee als voorbeeld. Van in het begin van de pandemie zagen we ze overal verschijnen: aan de kassa’s, aan loketten, in winkels, in burelen, in het openbaar vervoer. Noem maar op. Ze bieden ons veiligheid, zei men. En nu, als het over de buitenlucht gaat, zouden ze niet veilig zijn… Ergens klopt er toch iets niet. Ik verneem dat het woord plexiglas op het laatste overlegcomité niet gevallen is, om vervolgens wel in de horecaprotocollen te verschijnen, net als vorig jaar trouwens, en nadat dat uitvoerig gecommuniceerd werd, weer ingetrokken werd. Vreemd verhaal.
Tot slot wil ik, om wanneer we ook binnen meer mogelijk willen maken, een lans breken voor verluchting. Echte verluchting waarbij de lucht gezuiverd en de virussen gedood worden. Technisch allemaal haal- en uitvoerbaar. Weer een investering hoor ik u al zuchten. Maar het zal het één zijn of het ander: een propere omgeving waarbij de pandemie stopt en virussen van allerlei slag gedood en geneutraliseerd worden, of de miserie zoals we ze nu al een jaar kennen. Enfin, de laatste woorden zijn hierover nog niet gesproken en dan hoor ik het wijsje in mijn hoofd: “it’s a long way to Tipperary.” Samen geraken we er wel. Fijne zondag nog.
Kris van Dijck
Dessel, 9 mei 2021
* Frustratie 7 maart 2021 Ode aan de jeugd 28 maart 2021