Europees Parlementslid / Burgemeester
Kruimelpad
Kiezen is delen
Elke zondag belicht ik een onderwerp dat me de voorbije week opviel…
Kiezen is delen
Ik zal op deze zondagochtend maar meteen met de deur in huis vallen: kiezen is delen. Beleid voeren is constant keuzes maken. Dat is zo in de politiek. Dat is zo in het bedrijfsleven. In de sport. Ja, zelfs in het gezin. Voor iedereen goed doen, dan wel iedereen zijn zin geven, kan gewoon niet. Of jawel. Zij die aan de kant staan kunnen dat. Commentaar leveren en in de feiten iedereen naar de mond spreken. In het Vlaams politieke landschap zijn zo twee partijen. Het legt hen geen windeieren maar het brengt voor de samenleving niks op. Niks.
Gisteren verscheen in De Tijd een groot interview met minister Zuhal Demir. Door de ene geprezen. Door de andere verketterd. Ik kon het meteen lezen op sociale media waarbij haar proces gemaakt werd met de conclusie dat ze daar en daar stemmen verliest. Ja… kiezen is delen. Maar er is meer. Veel meer.
Zoals minister Demir in het interview aangeeft was ze bijna drie jaar geleden enorm boos toen ze te horen kreeg welke bevoegdheden ze als nieuw Vlaams minister toegewezen kreeg. Minister worden? Graag. Maar de bevoegdheden justitie, handhaving, energie, toerisme en toch zeker niet omgeving? Desalniettemin ging ze gedreven en gepassioneerd aan het werk. Drie jaar later lezen we in datzelfde interview dat ze met heel haar hart voor omgeving zou kiezen. Liefst ook volgende legislatuur. Waarom? Omdat dit het beleidsdomein is waar cruciale keuzes moeten gemaakt worden, het een werk van lange adem betreft en waar het algemeen belang en enkel het algemeen belang hoort te tellen. Daarvoor is moed en wilskracht nodig want als beleidsmaker word je niet gespaard wanneer privébelangen in het geding zijn.
Ik herken heel haar verhaal als ik dat projecteer naar lokaal beleid. Het is in deze vierde legislatuur dat ik burgemeester ben dat ik ook de bevoegdheid ruimtelijke ordening, onderdeel van omgeving, in mijn portefeuille heb. Voordien was daar een collega schepen voor bevoegd. De praktijk wees uit dat wanneer ik vragen kreeg, op mijn spreekuur bijvoorbeeld, dat steevast over ruimtelijke ordening ging. Wanneer men z’n zin niet kreeg op de bouwdienst probeerde men het bij de schepen en als men ook daar bot ving, dan maar bij de burgemeester langs lopen. Derde keer goede keer zullen sommigen gedacht hebben. Het is door die dagelijkse praktijk dat de materie me ook meer en meer is gaan boeien. Visies ontwikkelen. Ruimtelijke uitvoeringsplannen maken. Structuurvisies bespreken en ontwerpen om dan finaal het dagelijks politiek handelen daar op af te stemmen. Twee concrete voorbeelden:
In ons dorp zagen we in een tijdspanne van goed tien jaar enorm veel appartementen gebouwd worden. Niet alleen in het dorpscentrum. We kregen aanvragen voor op de minst logische plekken. Bouwen mag je conform het gewestplan in de woonzone (rood ingekleurd) en natuurlijk des te meer wooneenheden op een stukje grond, des te meer financiële opbrengst voor de eigenaar, bouwheer, ontwikkelaar. Die appartementen bleken bovendien niet altijd over de nodige kwaliteit te beschikken. Ontwikkelaars nemen snel ‘betaalbare woningen’ in de mond als ze hun project komen voorstellen, maar of ze er zelf in zouden willen wonen? Dat was dan ook de vraag die wij, mijn dienst en ik, ons stelden: zouden wij er in willen wonen?
Sinds enige jaren werken we dan ook met een draaiboek ter bevordering van woonkwaliteit en kwaliteit van de woonomgeving van meergezinswoningen. Daarin bepalen we waar nieuwe meergezinswoningen kunnen en waar niet. Wat de minimale kwaliteitseisen zijn van de woonoppervlakte, de inrichting en lichtinval, groenvoorzieningen en parkeergelegenheden boven- of ondergronds, enz. Op basis daarvan trekken we lijnen in wat kan en wat niet kan. Je mag aannemen dat diegenen die aan de kant van de afwijzing vallen niet direct mij en mijn beleid zullen bejubelen. Kiezen is nu eenmaal delen.
In dezelfde lijn, en zeker indachtig deze droogteperiode waarbij men het volop over de Blue Deal heeft met de ambitie waterschaarste te vermijden, het beleid omtrent water. Water ophouden en opsparen wanneer het regent om vervolgens te kunnen benutten wanneer het droog is enerzijds. En anderzijds bij overvloedige regenval het te veel aan water ruimte geven om ondergelopen huizen en bedrijven te vermijden. Het is een complex gegeven waarbij heel wat gronden dienen aangekocht en infrastructuurwerken uitgevoerd moeten worden. Werken die niet alleen op het openbaar domein plaatsvinden maar waar ook de individuele burger zijn steentje moet bijdragen.
Nu en in de toekomst trekken wij in Dessel de kaart van gescheiden rioleringsstelsels. Dat wil zeggen het vuile afvalwater dat naar het zuiveringsstation gaat scheiden van het regenwater dat op daken, straten of verhardingen valt. Dat regenwater willen we zoveel mogelijk ter plaatse in de grond laten indringen. Waar dat niet kan moet het dan naar open grachten of via een apart afvoerstelsel naar bufferbekkens waar het ook kan insijpelen. In bestaande straten is dat een heel werk met heel wat verkeershinder en ongemak tot gevolg. Maar ook onze inwoners moeten op eigen terrein inspanningen leveren door afvoerleidingen te ontkoppelen. We sturen daarvoor deskundigen langs om advies te geven en de mensen op weg te helpen. Vuil water naar de riool en regenwater in eigen regenput, tuin of in de regenwaterafvoer. Dat kost enorm veel geld voor ons als lokaal bestuur en voor de kosten die de mensen op eigen terrein hebben werken we met een premie van maximum 500 euro. Daarnaast willen we toezien op minder verharding. Openbaar en privé. Heeldere voortuinen in verharding en het regenwater dat zo de riool inloopt? Gedaan daarmee.
Is iedereen tevreden me die bijkomende werken en lasten? Waarschijnlijk niet. Maar het algemeen belang maakt dit nu eenmaal noodzakelijk. Waar minister Demir algemene maatregelen moet nemen om het algemeen belang te dienen op Vlaams niveau, moet ik dat in Dessel doen. Maken we ons daarmee bij iedereen populair. Neen. Maar het moet en kiezen is delen.
Wat dus belangrijk is, is dat maatregelen die je neemt, of werken die je uitvoert, steeds duidelijk beargumenteerd zijn. Waarom doe je dat? Wat is de reden? Ik ben er van overtuigd dat weldenkende mensen dan mee zijn. Dat wanneer zij het nut er van inzien en oog hebben voor het grotere plaatje mee zijn in het verhaal en bondgenoten worden. Dat laatste is het fijne aan politiek bedrijven en het maken van keuzes: zaken in beweging brengen en samen met de mensen ze uitvoeren met het algemeen belang voor ogen. Fijne zondag nog.
Kris van Dijck
Dessel, 21 augustus 2022