Als er verkiezingen in het verschiet zijn, gaan alle mediakanalen en kranten daar helemaal in op. Programma’s en kandidaten worden voorgesteld, analyses en evaluaties worden geschreven en als kers op de taart worden dan ook nog eens punten gegeven. Niet in het minst aan de politici over hun werk en hoe ze het er de voorbije periode van af brachten.
Iemand anders punten geven is niet zo moeilijk. Zeker niet als je dat anoniem mag doen en je je zo eens goed kan laten gaan. Gênanter wordt het wanneer je jezelf punten moet geven. Ja, het overkomt me nu al de tweede keer dat een - in deze blog niet nader bij naam genoemde - krant mij vraagt mezelf punten te geven. Hoe doe je dat dan? Veel punten geven op het gevaar af als een dikke nek weggezet te worden? Of weinig punten en jezelf dan maar uit de markt prijzen als onbekwaam? Dan toch maar even met de woorden van de Antwerpse dichteres Alice Nahon in eigen hart gaan kijken… Niet zomaar punten geven maar ze ook motiveren.
Een ketting is zo sterk als de zwakste schakel. Dat geldt ook in de politiek en a fortiori zeker voor een burgemeester. Een beleid kan pas aanslaan, kan pas resultaat hebben, als heel de keten mee wil. Dat zijn de collega’s in het schepencollege en gemeenteraad, waar de sfeer in Dessel goed is. Dat zijn de bestuursleden in je afdeling. Dat zijn de medewerkers van de gemeente. Van directie tot arbeider of verzorgende. Van beleidsvoorbereider tot uitvoerder. Allemaal hebben ze hun taak te vervullen. En met elk steentje dat elk op zich legt, wordt samen een monument gebouwd.
Wat we al snel dreigen te vergeten is dat we als lokaal bestuur de voorbije bestuursperiode nooit geziene extra uitdagingen te verwerken kregen. Ook voor mij uniek in mijn 36-jarige loopbaan.
Corona was de eerste. Alles ging op slot. Dessel kon als vrijwel eerste gemeente haar inwoners mondmaskers bezorgen. De vaccinatie die daarop volgde - samen met Mol, Balen en Retie, en de hulp van tientallen vrijwilligers - liep als een trein.
We waren daar nog niet goed en wel van bekomen of de oorlog in Oekraïne kwam roet in het eten gooien. We vingen in Dessel tientallen vluchtelingen op in verschillende panden, waarbij ook hotel Alauda heringericht werd.
Ten gevolge van dat gewapend conflict vlogen de energieprijzen de pan uit. Niemand ontkwam eraan. Geen gezinnen. Geen bedrijven. Geen steden of gemeenten. Maar dankzij de opgebouwde buffers en spaarzaam vooruitziend beleid konden we zonder al te veel kleerscheuren ook die crisis bedwingen.
De kritiek dat we de opcentiemen op niveau van het Vlaams gemiddelde brachten, terwijl de personenbelasting bij de laagste van Vlaanderen bleef en wij karig bedeeld worden uit het Gemeentefonds, neem ik er graag bij. De Desselaar kreeg heel wat in ruil en wie dat betwist mag mij komen vertellen waar die zes miljoen euro extra niet in had moeten geïnvesteerd worden of waar we het met minder medewerkers zouden moeten doen. Want vergeet niet dat we het personeelskader uitbreidden om te doen wat we horen te doen.
Ons investeringsritme om de Desselaar kwaliteit te bieden, leed amper onder de verschillende crisissen en de nieuwe uitdagingen. In de periode 2019-2024 zal bijna 24 miljoen euro geïnvesteerd zijn. De helft meer dan in de zes jaar daarvoor. Investeringen in sport en spel volledig dan wel ten dele: een nieuwe gymhal achter de Spin aan het Jules Thijsplein, een bijdrage voor Sportpark De Wouwer en kunstgrasvelden in Brasel en Witgoor bijvoorbeeld. Of de veertien speelpleintjes gespreid in de gemeente die regelmatig opgeknapt worden. Investeringen in wegen, voet- en fietspaden, al dan niet gecombineerd met rioleringswerken om het regenwater van het afvalwater te scheiden en zo een bijdrage te leveren aan de blue deal, inclusief subsidie voor de inwoners: Turnhoutsebaan, Lorzestraat, Kleine Heide, Molenheide en voetpaden in de Kromstraat,… De volledige verLEDding van onze openbare verlichting, duurzaam en veiligheid bevorderend, en zonnepanelen op onze gebouwen. De restauratie van onze dorpspomp. De steeds verdere toename van informatica die zakken vol geld kost. Maar ook de investeringen in voertuigen en materieel om werken uit te voeren. Grote en kleine investeringen als nooit tevoren.
Dankzij het door ons al decennia lang gevoerde beleid omtrent de berging van laagactief en kortlevend nucleair afval plukken we nu de vruchten. Met Tabloo hebben we een communicatie-, informatie- en gemeenschapscentrum waar andere gemeenten, en ja ook steden, alleen maar van kunnen dromen. Tabloo, een investering van meer dan 20 miljoen euro, kostte ons als gemeente niks. Een cadeau voor elke Desselaar.
Quasi gelijktijdig met de opening van Tabloo konden we met het massaspektakel Wettewa op de aanpalende evenementenweide 750 jaar Dessel vieren. Honderden mensen op en achter de bühne en duizenden bezoekers. Niemand had durven of kunnen dromen dat we tot zoiets in staat waren. Luc Stevens dirigeerde ons dorp tot ongekende hoogten.
Laat ons niet vergeten dat wanneer we ons goed voelen in Dessel dat in grote mate aan onszelf ligt. Hoe we met elkaar omgaan en de kansen die we elkaar geven. Ons verenigingsleven in sport, jeugd en cultuur maakt wie en wat we zijn. Dat het hier bij ons is dat Graspop Metal Meeting en haar kleine broertje Dessel Swingt tot volle ontplooiing komen. Maar nu ik over al dat moois de lof afsteek, zie ik ook de collega’s die in die vele jaren samen met mij Dessel bestuurden ons deze legislatuur verlieten: oud-burgemeesters Hugo Draulans en Marc Blancquaert en oud-schepenen Wiske Mandelings en Roger Van Campfort.
Nu ik de film van de voorbije zes jaar in gedachten heb afgespeeld, durf ik ons een duidelijke 9 op 10 geven zoals de titel boven deze column al verraadde. Je moet het er niet mee eens zijn. Ik geef ze nochtans in eer en geweten. Fijne zondag nog.
Kris van Dijck
Dessel, 25 augustus 2024