Europees Parlementslid / Burgemeester
Kruimelpad
Moeder, waarom besturen wij?
Elke zondag belicht ik een onderwerp dat me de voorbije week opviel…
Moeder, waarom besturen wij?
Het was de titel van het opiniestuk van Algemeen directeur Kris Snijkers in “Lokaal”, het maandblad van de Vereniging van Steden en Gemeenten, editie mei. Zowel het opiniestuk als de bijdrage een paar bladzijde verder van Tom Vandooren, docent aan de Arteveldehogeschool met heel wat expertise in HR, bedrijfskunde, sociaal werk en social profit triggeren mij als burgemeester van een landelijke gemeente. Ja: “moeder, waarom besturen wij?” In de tijdspanne van deze column probeer ik daar vanuit eigen ervaring een antwoord op te geven. Ik weet niet of dat eenvoudig dan wel moeilijk zal zijn. Toch maar eens proberen.
Eerst kijk ik naar het bestuur an sich. Het college van burgemeester en schepenen, de gemeente- en OCMW-raad, het bijzonder comité. Drie bestuursniveaus waar lokale politici de dienst uit maken. Mensen uit eigen dorp die zich wat de raad en het college betreft kandidaat stellen bij de zes jaarlijkse gemeenteraadsverkiezingen. Vrouwen en mannen die bereid zijn hun vrije tijd te spenderen aan hun gemeenschap. Over partijen en gezindheden heen mensen die zich willen engageren. Door de band genomen mensen die een hart hebben voor hun dorp of stad. Die iets willen doen. Iets willen veranderen. Iets mee op touw willen zetten. Misschien ook wel een beetje voor het prestige en aanzien. En dat mag. Eenmaal een mandaat mag je daar ook fier op zijn. Je bent immers verkozen. Het zijn je dorps- en stadsgenoten die je aanduidden. Als het is om er rijk van te worden? Ga dan voor een andere hobby. Want ja, voor velen, om niet te zeggen voor 99% van de mandatarissen, gaat het niet om hun hoofdjob en staat de vergoeding niet geheel in verhouding met de tijd die je erin steekt en de vele zorgen die je om je hoofd hebt. Als je het goed wilt doen toch niet.
Mijn hoofdaandacht wil ik richten op het lokaal bestuur als instelling en als organisatie. Lokale besturen hebben een opdracht. Het staat met evenveel woorden in het decreet: “De gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn beogen om op het lokale niveau duurzaam bij te dragen aan het welzijn van de burgers en verzekeren een burgernabije, democratische, transparante en doelmatige uitoefening van hun bevoegdheden.”
Het mag duidelijk zijn dat de klant, de burger centraal staat. Om hem of haar is het te doen. Steden en gemeenten zijn er voor de mensen. Niet omgekeerd. Ook niet om de bestuurders. In Dessel vertaalden we dat in een missie en een visie. Het is de leidraad van het beleid: https://www.dessel.be/missie-en-visie
Dit alles moet je dan gaan realiseren met een schare medewerkers. De politiek maakt de keuzes. Het is als de raad van bestuur van een onderneming. Maar het echte werk en het gezicht van de gemeente zijn de medewerkers; aangestuurd door een managementteam.
Het zijn die medewerkers die achter het loket zitten. Het zijn zij die met de belanghebbenden dossiers bespreken. Die in de straten en op de pleinen de dienst uit maken en zorg dragen voor een mooie omgeving. Zij die om hulp en bijstand gevraagd worden.
Het zijn zij ook die moeten weten in welk verhaal ze meespelen. Ik denk dan aan de steenkapper die dagelijks zijn stenen kapt, dat als zijn opdracht ziet, en ’s avond gedemotiveerd huiswaarts keert in de wetenschap dat hij zijn karrevracht stenen afwerkte… Is het niet mooier als hem verteld wordt dat zijn noeste arbeid op termijn een kathedraal oplevert? Medewerkers moeten geënthousiasmeerd worden door hen te doen inzien dat wat zij doen een meerwaarde heeft. Dat daar een missie en visie achter zit. Anderen ten goede komt. Daaruit voldoening halen.
Werken aan de gemeente, of aan de overheid tout court, heeft lang in een zweem van minachting gehangen. Die tijd is gelukkig voorbij. Werken aan de gemeente is niet door toeval. Niet langer van ons kent ons. Het is door keuze. Door keuze van kandidaat én door keuze van bestuur die haar keuze laat afhangen van externe examens en externe deliberaties. Kunnen, weten en kennen. Kennen van inhoud. Niet kennen van burgemeester of schepen.
Ook dus van keuze van de kandidaat zelf. In deze tijden van schaarste op de werkvloer en vele knelpuntberoepen, eveneens in de diensten van de lokale besturen, moeten lokale besturen zich meer dan ooit opstellen en profileren als goede werkgevers. Dit betekent naast verloning en statuut ook een goede, aangename werkomgeving. Ik denk daarbij aan een moderne infrastructuur en professioneel materieel. Maar ook aan een goede sfeer op de werkvloer. Kansen om door te groeien, bij te scholen en initiatieven te nemen.
Medewerkers moeten ook vrijheid krijgen. Mee denken. Ideeën mogen van overal komen. Van het bestuur, van de politiek en van de medewerkers. Ik herinner mij de verzorgenden van ons OCMW die een kerstfeest voor hun cliënten, vaak alleenstaanden, organiseerden. Of onze medewerkers, van alle diensten, die op eigen initiatief een open-deur-dag in elkaar staken. De ideeën die opborrel bij de Dienst Vrijetijd of vernieuwende inzichten bij de Dienst Interne Zaken of Grondgebiedszaken die dan uitgewerkt worden. Te veel om op te noemen. Het bewijst dat men betrokken is. Dat men vreugde haalt uit het werk. Is het dat niet dat mensen gemotiveerd houdt?
We besturen dus in het belang van onze burgers en we doen dat met een gemotiveerde overheid. Onze klantgerichtheid gaat niet om geld te verdienen. Wel om dienstbaarheid en om dat te garanderen dienen de volgende drie vragen positief beantwoord te worden: is het goed voor de klant, is het goed voor de medewerker, is het goed voor de organisatie? Dit alles in wederzijds respect. Onze medewerkers moeten correct, beleefd en dienstvaardig zijn. Van onze klanten verwacht ik dat ook.
Vanuit die optiek burgemeester zijn blijft me boeien. Zelden trok ik tegen mijn zin naar het gemeentehuis. Nooit problemen daar, of eens een vloek? Zeker weten. Maar het positieve primeert. Het primeert als je toffe collega’s hebt, toegewijde medewerkers, positieve burgers en kunt werken aan mooie projecten. Eén van de mooiste staat nu voor de deur: het dorpsbrede massaspektakel en musical Wettewa, waarvoor we zo dadelijk weer gaan repeteren.
Waarom we besturen? Daarom! Fijne zondag nog.
Kris van Dijck
Dessel, 7 mei 2023