Europees Parlementslid / Burgemeester
Kruimelpad
Waarom we het wel doen
Elke zondag belicht ik een onderwerp dat me de voorbije week opviel…
Waarom we het wel doen
Woensdag werd de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement afgesloten met de rouwhulde voor twee voormalige parlementsleden: André Moreau (VLD uit Tienen) en Gilbert Bossuyt (Vooruit uit Menen). Aan beiden houd ik mooie herinneringen over.
André was een authentiek man die in de commissie Onderwijs steeds onbevangen en oprecht het woord kon voeren. O.a. zijn initiatief richting Louis Michel naar aanleiding van mijn decreet over de faciliteitenscholen blijft me bij. Bovendien zat hij steeds te noteren. Hij maakte zijn eigen verslagen niettegenstaande de verslaggeving van de parlementaire diensten zeer correct en uitgebreid is.
Gilbert leerde ik kennen als fractieleider van de SP tijdens mijn eerste legislatuur. Van hem onthoud ik vooral zijn bereidheid op mijn vraag om maatregelen te treffen omtrent tonnagebeperking op de gewestwegen in het centrum van Arendonk toen hij minister van Mobiliteit was. In deze rouwhulde werden beide heren omschreven als sociaal en maatschappelijk geëngageerd.
Enkele uren voordien werd collega Bart Tommelein (VLD uit Oostende), nog Volksuniejongeren voorzitter geweest in de tijd dat ik deel uitmaakte van het Dagelijks Bestuur van die Volksuniejongeren, als graaier weggezet voor de camera van Villa Politica. Ik vond het beschamend. Over de doden niks dan goeds en de levenden aan de schandpaal? Het zet me aan tot reflectie.
De voorbije dagen sprak ik heel wat collegae aan over hoe wij als politici weggezet worden. Over de zin van politiek. Over ons engagement. Over het waarom. Finaal ook waarom ik? Diegenen die denken dat het ons om het geld te doen is moet ik al onmiddellijk ontgoochelen. Ja, sommigen verdienen beter dan dat ze in een andere professionele carrière hadden kunnen verdienen. Ik bijvoorbeeld. Had ik les blijven geven in het lager onderwijs, waarvoor ik opgeleid ben, of misschien ooit de stap zou gezet hebben naar een directiefunctie in het basisonderwijs, dan wel een andere opdracht binnen het onderwijs, ik zou nooit zoveel verdiend hebben als nu. Dit geldt echter helemaal niet voor heel wat collegae. Ik zie rondom mij heel wat mensen die een aantrekkelijke carrière in de privé stopzetten of potentie hebben om elders beter te doen. Directielid, zaakvoerder, kaderlid, eigen praktijk,… Hoge vergoedingen, goede statuten, inclusief materiële voordelen. Functies vaak met aanzien waardoor je niet scheef bekeken of uitgescholden wordt. Waarom dan wel die stap naar de politiek?
Een samenleving kan alleen maar functioneren wanneer er leiding gegeven wordt. Dat is zo in de kleinste cirkel, het gezin. Dat is zo in het bedrijf, in een vereniging, op school, in de gemeente of stad, in een land. Overal waar mensen samenkomen, leven en werken, dienen er afspraken gemaakt te worden. De vraag is dan wie dat doet. In het gezin zijn dat de ouders. In de samenleving zijn dat eeuwen lang de adel en de geestelijkheid geweest. De gewone mensen hadden niks, maar dan ook niks in de pap te brokkelen. Het is nog maar een goede 230 jaar dat daar met mondjesmaat verandering in kwam. Het volk ging zichzelf besturen. Democratie zag het licht. In de Verenigde Staten. In Europa. Nogmaals, met veel vallen en opstaan. Door middel van verkiezingen duidden kiezers hun “vertegenwoordigers” aan. Zij kregen de macht, de bevoegdheid om te leiden.
In aanvang vormden die kiezers een kleine groep. Zij die genoeg belastingen betaalden. Bij de eerste verkiezingen in België op 29 augustus 1831 was dat 1,1% van de bevolking. 46.000 kiezers. De logica luidde dat zij die afdragen ook bepalen wat er met het geld gebeurt. Dat stemmen werd uitgebreid naar het meervoudig stemrecht. Afhankelijk van hun belastingen kregen kiezers één of meer stemmen. In een derde fase kwam het enkelvoudig stemrecht waarbij elke stem gelijk was. Elke stem? Elke kiezer? Ook niet, want vrouwen mochten in dit land pas voor het eerst in 1948 hun stem uitbrengen.
Naast die democratie zoals wij die kennen bestaan nog heel wat andere bestuursvormen: absolute monarchie, aristocratie, tirannie, dictatuur, militaire junta, communisme,… Door de band genomen bestuursvormen waar je niet het recht hebt om te kiezen. Waar je niet het recht hebt om je gedacht te zeggen. Waar het niet zo leuk vertoeven is. Waar je best de bestuurders, de leiders niet uitscheldt… Daarom alleen al koester ik onze democratie.
En ja, samen met mij zijn er duizenden die zich het lot van de samenleving aantrekken. Die op lokaal, provinciaal, Vlaams, federaal of Europees vlak zich bij verkiezingen kandidaat stellen om verantwoordelijkheid te dragen. Van die duizenden kandidaten worden er dan een aantal verkozen. Door de kiezer. Door het volk. Niet tevreden? Dan heeft dat volk al het recht bij de volgende verkiezingen anderen te kiezen. Beeld je evenwel een gemeente, een land in, waar niemand die taak nog wil opnemen. Waar niemand nog kandidaat is. Of waar mensen met aanzienlijke functies elders zich niet meer geroepen voelen. Ken je het Engels spreekwoord? If you pay peanuts, you get monkeys. Het is steeds moeilijker om goede, geschikte kandidaten te vinden.
Zo komen we bij de vergoedingen. In onze democratie is het heel duidelijk en transparant wat er betaald wordt aan die politici. De reden van die verloning is ook om politici te hebben die autonoom en zelfstandig kunnen werken. Wat het Vlaams Parlement betreft is ons statuut en onze verloning voor iedereen raadpleegbaar. Het gaat hier om brutobedragen. Wat je hier niet vindt is de afdracht die we betalen aan de partij. Dat staat los van het statuut. Bij de N-VA is dat 10% op het bruto belastbaar inkomen als je nog een ander inkomen hebt en 7,5% als je alleen parlementslid bent. Ons statuut: https://www.vlaamsparlement.be/nl/over-ons/statuut-van-de-vlaamse-volksv...
Bovendien bestelde het Vlaams Parlement in 2011 een studie om de lonen en pensioenen van de Vlaamse volksvertegenwoordigers te vergelijken met die van andere parlementen in Europa en met de privé. Deze oefening, opgeleverd in 2012, bracht geen grote afwijkingen aan het licht. In het zog daarvan werden nochtans serieuze maatregelen genomen. Het recht op een volwaardig pensioen bijvoorbeeld werd in twee stappen van 20 jaar dienst over 36 jaar naar 45 opgetrokken en de leeftijd van 52 jaar naar 67 jaar. Ook een loonsverlaging met vijf procent werd in december 2019 gestemd: https://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1511949
Conclusie: ik ben nog steeds fier parlementslid te mogen zijn. En ik vind dat parlementsleden dat ook mogen. Ik doe niet aan nestvervuiling. Wij staan niet boven de mensen. Wij vertegenwoordigen de mensen. Wij zijn ook niet de onkreukbaren. Wij zijn mensen, net als andere mensen, met gaven, tekortkomingen en fouten. Het is een eer door duizenden medeburgers gemandateerd te zijn. Hun vertegenwoordiger te zijn. Daarom doe ik het. Daarom doen vele collegae het. Fijne zondag nog.
Kris van Dijck
Dessel, 30 april 2023