Europees Parlementslid / Burgemeester
Kruimelpad
Ik ben een graaier
Elke zondag belicht ik een onderwerp dat me de voorbije week opviel…
Ik ben een graaier
Soms heb ik de onweerstaanbare drang om goede raad in de wind te slaan. Deze ochtend is zo een moment. “Als je geschoren wordt moet je stil blijven zitten”, of “als het stormt kruip je beter onder een grote steen tot het over is.” Het zijn wijze woorden van onze partijvoorzitter. Ik bracht de woorden ooit in de praktijk. Maar nu? In de veronderstelling dat ik straks nog meer beschimpt ga worden, het zij zo.
Ja, zoals sommige kranten en de VRT zo graag wereldkundig maakten, ik was lid van het pensioenfonds van het Vlaams Parlement in 2006 toen we het pensioenreglement van het Vlaams Parlement aanpasten aan de in de Kamer gestemde wet. Een wet die het plafond van de wet Wijninckx voor ambtenaren en parlementsleden met 20% verhoogde. Bij PVDA, en klakkeloos overgenomen in de media, klinkt het anders. Daar ben ik één van de dertien die toelaat dat parlementsleden de wet omzeilen om hun eigen pensioen te verhogen. De wet omzeilen? De wet toepassen ja. Bovendien was aan die beslissing niks verdoken aan. Wetten worden in het Staatsblad, dat niemand leest, gepubliceerd, en de beslissingen van de raden van bestuur en van de algemene vergadering van de vzw Pensioenfonds Vlaams Parlement zijn raadpleegbaar. Dat zijn geen verdoken achterkamertjes. Bovendien zijn het handelingen die gadegeslagen werden en worden door het Rekenhof. Tenslotte worden al die bedragen in de begroting goedgekeurd en hebben vanaf goedkeuring de status van wet. À propos, het A4-velletje dat Het Laatste Nieuws publiceerde met daarop namen van Kamerleden die zogezegd ook boter op hun hoofd hebben, daarop een naam van een parlementslid die beweert nooit aan vergaderingen m.b.t. pensioenen deelgenomen te hebben. Ja, bijeen gekrabbelde A4’tjes kunnen aan alles en iedereen toegewezen worden. Op basis van al deze aantijgingen een aantal punten op een rij.
Misschien eens beginnen bij het begin. Dat parlementsleden een verloning krijgen en pensioenrechten opbouwen dateert van in de tijd dat ook de gewone man zich kandidaat kon stellen. Daarvoor gaan we ruim 100 jaar terug. Voordien was een parlementair mandaat uitsluitend weggelegd voor de 1% rijken. Zij konden het zich permitteren om naar de Kamer of Senaat te trekken. Geld hadden ze genoeg. In het zog van de democratisering is men parlementsleden gaan vergoeden. Het is ook een mandaat dat voor iedereen toegankelijk is.
Parlementsleden zijn evenwel mensen die ook nog een ander beroep uitoefenen. Ofwel voor hun parlementair mandaat (ik gaf voordien een aantal jaren les), ofwel na hun parlementair mandaat, en soms ook tijdens hun parlementair mandaat: dokter, advocaat, professor, burgemeester, schepen, ondernemer,… Zowel tijdens dat parlementair mandaat als in dat ander beroep draagt men af en bouwt men pensioenrechten op.
Toen ik startte in het parlement in 1995 gold de wet dat je op 20 jaar een volledig parlementair pensioen opgebouwd had en vanaf je 52ste op pensioen kon gaan. Als je dit allemaal cumuleerde met de pensioenen in je privé of in een ander politiek mandaat, kwam je tot hoge bedragen.
Het was de politiek zelf die in 1978 met de wet Wijninckx een plafond inbouwde voor het ambtenarenpensioen, waaronder ook dat van politici. Zie ook: https://www.sfpd.fgov.be/nl/pensioenbedrag/berekening/maximumpensioen
Voor andere werknemers bestaan er geen maxima. Nog geen twee jaar later werden in de wet uitzonderingen voorzien waarbij parlementsleden boven het plafond van de wet Wijninckx konden uitstijgen.
Nu even naar het pensioenfonds van het Vlaams Parlement. Het is een vzw waarin alle partijen vertegenwoordigd zijn op basis van hun grootte en bijgestaan worden door topambtenaren. Dat pensioenfonds beheert de afdrachten van de parlementsleden, met name 8,5% van hun wedde. Dat geld wordt als een fonds beheerd. Dit wil zeggen belegd. En des te beter belegd, des te groter het rendement en des te minder dat aan de belastingbetaler gevraagd moet worden om bij te leggen. Om maar te zeggen; de Kamer heeft geen pensioenfonds en om de pensioenen van oud-Kamerleden te betalen legt de belastingbetaler dit jaar 18,8 miljoen bij. In Vlaanderen kapitaliseren we. De vzw Pensioenfonds belegt en de belastingbetaler past slechts 4 miljoen bij. Dat is het wat de vzw Pensioenfonds doet. Het kapitaal beheren. Plichtsbewust en met een positief resultaat voor de gemeenschap. En dat zijn dan de mensen die nu aan de schandpaal genageld worden.
Dat pensioenfonds maakt ook het reglement dat steeds door het voltallig Vlaams Parlement moet goedgekeurd worden. In 2006 paste de vzw inderdaad het Vlaams reglement aan de nieuwe wet, gestemd in de Kamer in 2004, aan. De wet Vandenbroucke. Frank Vandenbroucke, Vooruit. Die wetswijziging bepaalde dat het plafond van de wet Wijninckx met 20% opgetrokken wordt. Gewoon omdat het basisbedrag van de wet nooit opgetrokken werd. Enkel geïndexeerd. Dat plafond is nu in 2023 7.813 euro. De 20% erbij geeft als resultaat dat het maximum 9.375 euro werd. Bruto wel te verstaan. Netto zal dat een goede 50-55% zijn.
Maar nu komt de kat op de koord. Sommigen doen uitschijnen dat alle gepensioneerde parlementsleden sinds 2006 maar even 9.375 euro opstreken. Niets is minder waar. Het ging om het maximum. Men moest die pensioenrechten ergens opgebouwd hebben. In het privéberoep. In een ander mandaat. Indien nergens opgebouwd, dan was er ook geen verhoging. Door de lat hoger te leggen kregen enkel zij meer die afdroegen en recht hadden op dat meer. Hun eigen, zelf betaalde tweede pijler als het ware.
Na heel de heisa in de media, door godbetert de communisten aangestoken, schoten velen in een kramp en het Vlaams Parlement schrapte woensdag meteen de aanpassing van 2006. Echter, beste lezer, de wet Vandenbroucke van 2004 is er nog steeds. Niks illegaals. Niks verdoken. Niks omzeilend. Neen: wet! Gepubliceerd in het Staatsblad. Wat als straks een oud-parlementslid dat een deel van zijn pensioen ziet wegvallen naar de rechter stapt? Ik meen het antwoord al te kennen.
Zeker lezenswaardig, en zowat het enige commentaarstuk dat strookt met de werkelijkheid, deze column van professor Herman Matthijs: https://www.knack.be/nieuws/belgie/politiek/vragen-bij-de-parlementaire-...
Ach ja, nu ik weer gekapitteld ben als graaier even het volgende. Zoals geschreven; ik startte destijds met een statuut dat mij op 52 jaar en na 20 jaar dienst een volwaardig pensioen zou verschaffen. Ik stemde nadien dat die 20 jaar 36 jaar werden en pas opneembaar op 62 jaar. Om nog wat later in een stemming er 45 jaar van te maken en de pensioenleeftijd op 67 jaar vast te leggen. Te weten dat een gemiddeld parlementair mandaat 7 jaar bedraagt. 7/45 dus. Het zal nog over veel pensioenen gaan. Bovendien stemde ik ook vorig jaar de loonsvermindering met 5% goed. Ik zag mijn naam in geen enkele krant verschijnen ook niet op een nieuwswebsite. Ja, zo een grote graaier ben ik.
Nee, ik ga het niet aan mijn hart laten komen. Kruid is er toch niet tegen gewassen. Ik kan het hier alleen maar schrijven. Fijne zondag nog.
Kris van Dijck
Dessel, 23 april 2023