Europees Parlementslid / Burgemeester
Kruimelpad
Als de vos de passie preekt...
Elke zondag belicht ik een onderwerp dat me de voorbije week opviel…
Als de boer de passie preekt…
Kies je oorlogen uit. Zeker die waar je met enige geloofwaardigheid op het strijdtoneel kunt verschijnen. De partijleider van Vooruit liet zich vorige week, op het schabouwelijke af, zwaar uit over de Vlaamse regering. “Van alles te weinig”, zo luidde zijn striemende commentaar. Te weinig geld voor kinderopvang, te weinig geld voor openbaar vervoer, te weinig geld voor onderwijs. Overal te weinig geld als je hem hoort. Behalve in de regeringen die hij mee bestuurt blijkbaar. De Brusselse en de Belgische. Daar is er van niks te weinig. Ten bewijze de diepste putten, de slechtste begroting en een politie die op straat komt en vraagt dat de regering woord houdt. Conner lukt er wonderwel in zich daar te verstoppen. Geen woord daarover. Enkel kritiek op anderen.
En Bart De Wever dan? Hoor ik je vragen. Ja, die geeft kritiek op anderen maar verdedigt daarenboven de regering waar wij als N-VA zelf de dienst uitmaken. En terecht. Daar valt heel wat te verdedigen.
Terug naar het geloofwaardig strijdtoneel. Als er nu één domein is waar Vooruit zich beter een spiegel zou voorhouden, erkennen dat ze fouten maakte en deemoedig met anderen naar oplossingen zou zoeken, zonder anderen te schofferen, is het onderwijs wel. In die bijna 28 jaar dat ik meedraai zwaaide Vooruit 14 jaar de scepter met Luc Van den Bossche (en die zat al drie jaar op die post), Eddy Baldewijns, Frank Vandenbroucke en Pascal Smet. Met tussenperiodes van 5 jaar VLD met Marleen Vanderpoorten en CD&V met Hilde Crevits. De N-VA met Ben Weyts amper 3,5. Samengevat: op 31 jaar meer dan 17 jaar socialisten aan het roer. Of met andere woorden: de scholieren van nu zijn geboren toen… Juist.
Met Luc Van den Bossche zagen eindtermen het levenslicht. Het was een heroïsche strijd met één welbepaalde onderwijskoepel die niet kon pruimen dat een overheid, die overigens wel gul mag betalen, normen kwam opleggen. “Wel betalen, niet bepalen”, luidde haar credo. Dan kenden ze Luc Van den Bossche nog niet. Ik hoor hem nog drie stelling poneren. 1. “Onderwijs is een tanker die moeilijk te keren valt.” 2. “In onderwijs blijkt niks goed te zijn, tot ik dat wil veranderen en men komt betogen om te houden zoals het is.” 3. “Ik ga ouders niet zeggen hoe ze kinderen moeten opvoeden, wel dat ze hun kinderen moeten opvoeden”, toen er kritiek kwam op het nieuwe tijdschrift Klasse voor ouders. En gelijk had hij. Niettegenstaande ik in die eerste vier jaar in de oppositie zat kon ik die gedrevenheid en wil wel smaken. Met Van den Bossche werd niet gesold en stelde je vragen in het parlement die naar zijn inzichten dom waren, geloof me dat ook die in het parlement gesteld worden, dan liet hij je alle hoeken van de kamer zien. Is mij eigenlijk nooit overkomen.
Die strijd met koepels én vakbonden zou als een rode draad doorheen het beleid blijven lopen. Ik onderschat de invloed en de macht van de minister niet. Maar overschatten doe ik het ook zeker niet.
Na de minzame Eddy Baldewijns kwam Marleen Vanderpoorten waarbij onderwijspoules voor startende leerkrachten ingericht werden en gelijke onderwijskansen (GOK-decreet) het levenslicht zagen. Dat eerste werd de legislatuur nadien door socialist Vandenbroucke afgeschaft. Ja, lerarentekort? Wie de woorden nu in de mond neemt, Conner…
Van die tijd af zagen we steeds meer een evolutie weg van kennen en weten naar kunnen en welbevinden, gepredikt door wijze pedagogen en onderwijskundigen. Tendensen waar de politiek zich niet mocht over uitspreken. Geen staatspedagogie aub.
Na Vanderpoorten kwam meester-professor Frank Vandenbroucke. De wijsheid zelve. Zo dacht hij toch. Zijn voorstel om de financiering van het hoger onderwijs afhankelijk te maken van de resultaten botste op heel wat weerstanden bij de instellingen en de studenten. Ik had daar wel begrip voor; belonen wie goed werkt.
Zijn stijl echter deed hem vooral intern de das om. In de regeringsonderhandelingen onderwijs in 2009, toen wij meer middelen eisten voor het Nederlandstalig onderwijs in Brussel dat kampte met én capaciteits- én leerkrachtentekort, luidde zijn afwijzing: “ik kan evengoed in het onderwijs in Kinshasa (Kongo) investeren.” Ik was verbouwereerd. Maar het strafste moest nog komen… Pascal Smet.
Ondertussen was er al een hele evolutie aan de gang die ons onderwijs jaar na jaar in internationale onderzoeken deed dalen. De kennis van onze leerlingen en scholieren bleek steeds achteruit te gaan. Nee, die evolutie is er niet sinds Ben Weyts minister is. Twintig jaar geleden kwam mijn goede vriend Chris Vandenbroeke met onheilspellende statistieken af. Theo Francken was onze fractiemedewerker. Ja, wij, als toen startende, kleine N-VA werden weggelachen. Echter de weg naar beneden was ingezet. En neen, dat ligt niet alleen aan het lerarentekort. Van de week bleek nog maar eens dat er geen enkel land in de wereld is met zoveel leerkrachten. Waar zitten die dan? Mag ik stout zijn? Velen werken deeltijds, anderen zijn gedetacheerd, en laat ons eerlijk zijn, met kleine klassen van studierichtingen die verschillende scholen in een kleine stad apart aanbieden, vraag je om problemen. Onze leerkrachten efficiënt inzetten. In de klas. Hen les laten geven. Dat is de opdracht!
Maar terug naar Pascal Smet. Toen alles hervormd moest worden. ASO, TSO, BSO en KSO op de schop. De uniforme eerste graad. En nog van dat fraais. Wij gingen op de rem staan, niet in het minst gesteund door minister Bourgeois en zijn toenmalig medewerker, huidig parlementslid Koen Daniëls, en wezen een big bang in onderwijs af. We kregen partijen en media over ons. Maar niet de mensen op het terrein. Zeker niet. Ik ben nog steeds het enig Vlaams parlementslid die een actua-debat aan z’n been kreeg omdat hij uitspraken deed in De Tijd die niet in de kraam van Smet z’n zijn geloofsgenoten in de pers en bij andere “linkse” krachten pasten.
Het M-decreet was ook zo een strijd binnen de meerderheid. Het door ons internationaal geroemd buitengewoon onderwijs zou en moest inkantelen in het gewoon onderwijs. De differentiatie die we in het onderwijsveld kennen moest naar de klas. De leerkracht moest het maar oplossen. Niet met ons. Wij boden weerwerk. Ik ben fier dat we dat deden maar alle onheil konden we niet vermijden. We waren nog niet sterk genoeg. Dat zou veranderen en het M-decreet moest onder Ben Weyts plaats ruimen voor leersteun.
Van in de periode Crevits herinner ik onze strijd met betrekking tot het inschrijvingsdecreet met voorrangsregels en sociale mix. Dat de leerlingenpopulatie in Vlaanderen in al die jaren sterk wijzigde staat als een paal boven water. Meer dan een kwart van de kinderen spreekt thuis een andere taal. In onze grootsteden meer dan de helft. Hen optimale onderwijskansen bieden is steeds ons pleidooi geweest. We zetten dan ook in op taallessen, taalproeven, en dies meer waarbij we ook steeds op tegenstand blijven botsen. Zeker als we de ouders van deze kinderen verplichten mee te stappen in dit verhaal van onderwijskansen.
Neen, beste lezer, als er nu één partij is waarvan ik de kritiek op het huidig onderwijsbeleid niet neem, dan is het van Vooruit. Als de vos de passie preekt, boer pas op je ganzen. Men weze gewaarschuwd. Fijne zondag nog.
Kris van Dijck
Dessel, 29 januari 2023