Europees Parlementslid / Burgemeester
Kruimelpad
Aan de vooravond van...
Elke zondag belicht ik een onderwerp dat me de voorbije week opviel…
Aan de vooravond van…
Deze dagen staan in het teken van onze Vlaamse feestdag: 11 juli. Vrijdag was ik spreker bij VVB Meerhout, zo dadelijk vindt voor het eerst sinds 2019 onze gemeentelijke viering plaats, vanavond mag ik mijn boodschap brengen bij N-VA Laakdal en morgen is mijn eigen afdeling aan de beurt. Ik betreur het dat 11 juli nog steeds geen officiële feestdag is, alle inspanningen van velen ten spijt. Zelf nam ik daar twintig jaar geleden initiatief toe in het Vlaams Parlement, vond daarin een medestander bij minister-president Luc Van den Brande, maar de bal voor het erkennen van officiële feestdagen ligt in het kamp van de federale overheid en bij het overleg tussen werknemers en werkgevers. Er zijn al genoeg – lees te veel – feestdagen hoor ik ze daar steeds opwerpen. Een drogreden als je het mij vraagt. Waar een wil is, is immers een weg. Dus wees eerlijk; er is gewoonweg geen wil. Wat ik betreur…
Ik betreur dat omdat elke zichzelf respecterende natie haar feestdag heeft. Bij de meesten is dat de dag waarop ze hun onafhankelijkheid herdenken (de Verenigde Staten van Amerika, 4 juli 1776 en Oekraïne, 24 augustus 1991), of een opmerkelijke gebeurtenis in haar geschiedenis (Frankrijk, 14 juli 1789, de bestorming van de Bastille en het begin van de Franse Revolutie en Duitsland, 3 oktober 1990, toen West- en Oost-Duitsland terug één werden). Aan dat laatste hangt nog een interessant verhaaltje. Veel Duitsers meenden dat 9 november 1989 de referentiedatum had moeten zijn voor dé Duitse feestdag. Die avond werd immers de Berlijnse muur gesloopt. Van een veel emotioneler moment gesproken dan de eenmaking an sich. Echter, 9 november is in de Duitse geschiedenis een beladen datum. In 1918 het ontstaan van de Duitse Weimarrepubliek. Dat valt nog mee. Maar in 1923 de poging tot staatsgreep van Hitler in München en in 1938 de Kristallnacht, de start van de fysieke vervolging van de Joden. Geef toe, die laatste twee niet direct datums om je officiële feestdag aan op te hangen. Dan maar 3 oktober.
Terug naar Vlaanderen nu. Ik sprak hierboven over elke zichzelf respecterende natie. Is Vlaanderen wel een natie? Daar begint het al. Dagenlang hebben we daarover met de socialisten gediscussieerd ten tijde van de regering Peeters II (CD&V, Vooruit, N-VA) naar aanleiding van het Handvest voor Vlaanderen, een ontwerp van Vlaamse grondwet. Finaal bleef het in de tekst staan: “Vlaanderen heeft zich in een lang historisch proces en dankzij de inzet van verschillende generaties ontwikkeld tot een deelstaat van het Koninkrijk België en tot deel van de Europese Unie. Het is een democratische en sociale rechtsstaat en vormt een natie met een eigen taal en cultuur, met een democratische politieke traditie en met respect voor de lokale autonomie, het private initiatief en het verenigingsleven.” Het Handvest werd nooit in het parlement goedgekeurd maar de hierboven geciteerde tekst werd wel letterlijk overgenomen in de Conceptnota voor nieuwe regelgeving die ik samen met collega’s van N-VA, CD&V en VLD voor twee weken indiende en vorige week in het Vlaams parlement besproken werd. Mijn tussenkomst vind je hier: https://www.krisvandijck.be/nieuws/tussenkomst-kris-van-dijck-in-werkgro...
Wat onafhankelijkheid betreft hebben we ook niet direct een heugelijke datum. Van waar die 11 juli dan? Jawel, we weten 11 juli 1302 en de Slag der Guldensporen waarbij de Vlaamse ambachten nabij de Groeningebeek in Kortrijk het Franse ridderleger in de modder deed bijten. Het was van korte duur, die overwinning, voor de Fransen opnieuw orde op zaken kwamen zetten. Al bleven de Vlaamse steden zich wel heel de veertiende eeuw als eigengereide koppigaards opstellen en werd Vlaanderen in tegenstelling tot andere feodale gebieden van de Franse koning geen onderdeel van wat nu Frankrijk is.
1302, straks 720 jaar geleden. Verder in de tijd kan je moeilijk gaan om iets te herdenken dat relevant is voor het heden en er wordt in bepaalde middens dan ook smalend over gedaan. Ook over het feit dat de Fransen de steun kregen van Brabantse edelen en dat die veldslag dus niks met het huidige Vlaanderen te maken heeft. Dat kan allemaal heel goed zijn, maar daar gaat het bij mij niet om.
Als het over herdenken gaat, denk ik bij die 11 juli eerder aan 1838 dan aan 1302. Het was het jaar dat Hendrik Conscience, de man die zijn volk leerde lezen, zijn “Leeuw van Vlaanderen” schreef, de Guldensporenslag opnieuw tot leven bracht en daarmee de Vlaming fierheid en een vorm van zelfrespect meegaf. Na de gouden middeleeuwse en Bourgondische tijden en de bezettingen en uitbuitingen door vele vreemde heersers waren de Zuidelijke Nederlanden verpauperde gebieden geworden. Misschien mogen we zelfs schrijven dat het na 1838 en in de daarop volgende decennia binnen het Belgisch koninkrijk van kwaad naar erger ging. Verknecht door kerk en staat - de ene hield de mensen dom, de andere arm – pendelden of emigreerden vele Vlamingen naar de Waalse en Noord-Franse industriebekkens of gingen hun geluk in Amerika beproeven. Het was hier armoe troef.
Het waren schrijvers en andere intellectuelen die in de negentiende eeuw de Vlamingen een spiegel voorhielden en hun ogen deden openen. Luister naar Consciences geromantiseerde woorden waarmee hij zijn boek afsloot: “Gij Vlamingen, die dit boek gelezen hebt, overweeg bij de roemrijke daden, welke het bevat, wat Vlaanderen eertijds was, wat het nu is, en nog meer wat het worden zal, indien gij de heilige voorbeelden uwer vaderen vergeet.” Het is niet minder dan een appel. Een dwingende oproep: "Vlaming, word wakker. Kijk van waar je komt. Besef in wat toestand je je nu bevindt. Het kan nog erger worden. Herpak je!" Dat staat er.
Of zoals Albrecht Rodenbach in 1876 schreef: “Helaas, waar is der Oudren fierheid nu gevaren!” als hij het Vlaanderen van zijn tijd afsteekt tegen dat van de koppige, fiere Gentenaren die niet plooiden voor hun vreemde Heer, Filips de Stoute.
Sindsdien is er veel water door de rivieren van ons vlakke land gestroomd en hebben de Vlamingen zich inderdaad herpakt. We mogen ons bij de welvarendste regio’s van de wereld rekenen. En dat kwam dus niet vanzelf. De heropstanding van ons volk is met horten en stoten geschied. Met veel bloed, zweet en tranen van ontelbare generaties stille werkers. Dat is voor mij de essentie van 11 juli: weten van waar we komen, weten wie we zijn, én weten waar we naartoe willen. Ik wens jullie dan ook voor morgen een fijne feestdag en voor vandaag een fijne zondag.
Kris van Dijck
Dessel, 10 juli 2022