Europees Parlementslid / Burgemeester
Kruimelpad
Nederlands aan de 'Free University of Brussels'
Naast het Nederlands hebben ook andere talen een plaats in het hoger onderwijs. Maar het voorstel van VUB-rector Paul De Knop om voor anderstalige masters geen Nederlandstalig alternatief meer te voorzien (DM 6/10), is voor Kris Van Dijck en Vera Celis (N-VA) een brug te ver. Meer ruimte voor het Engels mag niet ten koste gaan van het Nederlands.
We hadden niet kunnen vermoeden dat we deze discussie nog zouden moeten voeren in de 21ste eeuw. Twee eeuwen geleden vonden sommigen dat het Nederlands of het 'Vlaams boerentaaltje' niet geschikt was voor het hoger onderwijs. Die strijd moeten we nu toch niet meer voeren, dachten we. Maar toch.
In De Morgen pleit Paul De Knop voor een aanpassing van de taalregeling in het hoger onderwijs, om zo meer opleidingen in het Engels te kunnen aanbieden zonder dat er een Nederlandstalig equivalent voor is. Hij schrijft: "Het ontbreekt momenteel blijkbaar nog aan de steun van de N-VA-politici om het Nederlands los te laten. We dagen de N-VA echter uit om aan te tonen dat ze waarlijk voor Vlaanderen opkomt. Vanuit het grote denkraam van Bart De Wever moet een snelle blik op de geglobaliseerde wereld volstaan om te beseffen dat het Engels onmisbaar is, wil ons hoger onderwijs blijven meespelen op wereldvlak."
We willen rector De Knop meteen duidelijkheid geven. De N-VA is niet van plan het Nederlands los te laten, nu niet en in de toekomst niet. Dat komt inderdaad omdat wij opkomen voor Vlaanderen. Mag dat nog? Daarom vinden we dat het Nederlands een volwaardige taal moet zijn en blijven aan onze hogescholen en universiteiten. De meerderheid van de afgestudeerden komt ook nog steeds terecht in een Nederlandstalige omgeving.
Met de taalregeling die tot op heden van kracht is, kunnen er volledige anderstalige, veelal Engelstalige, opleidingen worden georganiseerd. Een snelle telling leert dat men aan de VUB nu al 23 volledig Engelstalige masters kan volgen op 66 aangeboden masteropleidingen (waaronder ook de Nederlandstalige equivalenten van deze Engelstalige masters). We vragen ons af wat het probleem is. Of lonkt Paul De Knop nog meer naar zijn collega's van de ULB?
Meer dan een jaar geleden werd in het Vlaams Parlement een akkoord bereikt over een aangepaste taalregeling voor het hoger onderwijs. Er komt wat meer soepelheid, waardoor universiteiten en hogescholen de Vlaamse studenten internationaal een sterkere positie kunnen geven en de instellingen ook gemakkelijker buitenlandse studenten en docenten kunnen aantrekken. Dat is precies wat Paul De Knop vraagt. Op bachelorniveau kan er tot 33 studiepunten in een andere taal worden aangeboden. Masters kunnen dan weer in een andere taal worden aangeboden, maar dan moet er in Vlaanderen wel minstens één Nederlandstalig alternatief zijn. Een evenwichtig compromis, waar zowel meerderheidspartijen CD&V, sp.a en N-VA als oppositiepartijen Open Vld en Vlaams Belang zich in konden vinden. Behalve Groen! en LDD was niemand vragende partij om deze equivalentieregel af te schaffen.
Absurde toestanden
Deze beperkte versoepeling was voor de N-VA aanvaardbaar op twee voorwaarden. Ten eerste moeten er strenge en gecontroleerde kwaliteitseisen komen, onder meer wat betreft de taalkennis van de docenten. Die is vandaag nog vaak ondermaats. Ten tweede moet er ook gekeken worden naar de noden van de samenleving. Die is niet gebaat met vakspecialisten die wel het Engelse vakjargon beheersen, maar niet kunnen communiceren met klanten, patiënten, leerlingen, werknemers, enz. Het is onzinnig dat een Nederlandstalige docent in het (slecht) Engels les geeft voor een auditorium vol Nederlandstalige studenten, die de bedoeling hebben met hun diploma in Vlaanderen aan de slag te gaan. Dat kan karikaturaal lijken, maar dergelijke absurde toestanden zijn bekend.
De N-VA heeft de VUB altijd gesteund als Nederlandstalig kenniscentrum in de kosmopolitische stad Brussel en zou dat graag blijven doen. Als de rector van de VUB echter het Nederlands loslaat, dan moeten wij misschien de VUB loslaten. Welke bestaansreden heeft deze universiteit dan immers nog? Waarom zou Vlaanderen nog in deze universiteit moeten investeren als ze geen Nederlandstalig kenniscentrum meer wil zijn? Het staat de rector van de 'Free University of Brussels' dan vrij om in zijn geglobaliseerde wereld te gaan oeken naar investeerders die even gul zijn als de Vlaamse gemeenschap.